Hoofdstuk 2 Ontwikkelingsmodellen met voor- en nadelen.
Samen - werken kan op vele manieren. Er is in ons land geen gemeente te vinden die niet samenwerkt met
andere gemeenten. De variatie in samenwerkingsvormen is echter heel groot. Bepalend bij een keitze voor
een bepaalde vorm is: wat hebben de deelnemende partners als ambitie, en, worden door meer samen te
werken de gestelde doelen beter en eerder bereikbaar. Naarmate het einddoel wat met de samenwerking
wordt beoogd duidelijker is omschreven en vastgelegd, is er minder ruimte voor vrijblijvendheid van de
deelnemers. Bij een gezamenlijk door te lopen proces om tot een vorm van samenwerking te komen zal
het vertrouwen in elkaar moeten groeien. Want onderling vertrouwen is de basis van het succes van een
samenwerking. Werkende weg naar elkaar toegroeien is best aantrekkelijk mits een project niet zoveel tijd
kost dat het resultaat ingehaald wordt door nieuwe ontwikkelingen.
In dit hoofdstuk zijn een aantal modellen van samenwerking omschreven en worden voorbeelden uit ons
land aangehaald. Geconstateerd kan worden dat er op dit terrein veel in beweging is. De discussie in VNG
verband over de omvang van de gemeenten heeft hier zeker aan bijgedragen.
2-1 Samenwerkingsvormen
De meest voorkomende publieke rechtsvorm waarin gemeenten samenwerken is de Gemeenschappelijke
Regeling gebaseerd op een wet met dezelfde naam. WGR). De uitdrukking "verlengd lokaal bestuur"
geeft goed weer wat met deze bestuursvorm wordt beoogd.
Binnen de WGR zijn de volgende regelingen mogelijk in volgorde van zwaarte:
Openbaar Lichaam
Gemeenschappelijk orgaan
Centrumgemeente
Regeling zonder meer convenant of overeenkomst)
De regeling zonder meer is gebaseerd op afspraken en overeenkomsten tussen de partijen zonder een apart
gemeenschappelijk bestuursorgaan. Het convenant Middelseegemeenten heeft trekken van de laatste
vorm, maar is formeel niet gebaseerd op de WGR. In het convenant is opgenomen bij evaluatie te
9 onderzoeken of het wenselijk is een zgn. lichte koepelorganisatie in te stellen op basis van de WGR ter
aansturing en afstemming van de samenwerking tussen de gemeenten.
Binnen de WGR blijft het bestuur van de gemeente in principe hetzelfde, alleen worden bepaalde
omschreven bevoegdheden in de vorm van delegatie en mandatering overgedragen aan een
gemeenschappelijk bestuursorgaan. Wanneer met deze overdracht ook werknemers mee overgaan, en dat
is meestal het geval, dan is een voordeel van de W.G.R. dat de ambtelijke rechtspositie intact kan blijven
en moeizame constructies met detacheringovereenkomsten niet nodig zijn.
In discussies over wel of niet herindelen of fusie) wordt vaak als nadeel van de WGR genoemd dat in dit
verlengd lokaal bestuur de democratische invloed tekort schiet. Verlengd wordt dan ervaren als "verlegd
lokaal bestuur. Door te fuseren en te kiezen voor een "grote" gemeente kan het "verlegde" bestuur weer
worden teruggebracht naar "normaal" bestuur. Deze wel wat simplistische benadering heeft iets in zich
van" het kind met het badwater".
7