Immers de keuze voor een grote gemeente met 70 dorpen en steden zoals nu in ZW Fryslan is gebeurd
heeft een aantal verregaande consequenties. A1 was het alleen maar dat het aantal raadsleden en
bestuurders drastisch vermindert. Het bestuur wordt op grotere afstand van de burger geplaatst. Nu kunnen
modeme communicatietechnieken wel wat soulaas bieden maar persoonlijk contact tussen burger en
bestuurder blijft voor beider functioneren nodig.
Om deze reden nog een paar punten van belang bij het beoordelen van een verlengd lokaal bestuur.
Richtsnoer bij het kiezen van een bestuursvorm is of er sprake is van beleid of uitvoering. Bij dit laatste
verandert er eigenlijk niet zoveel voor de raadsleden. In de verantwoording door de leden van het college
naar de raad maakt het nauwelijks uit waar het werk is uitgevoerd. Vergelijkbaar is dat binnen een
gemeente veel meer expertise wordt ingekocht waarvoor ook door de leden van het college
verantwoording wordt afgelegd.
Naarmate er meer beleid op afstand wordt gezet is de kans om vanuit de gemeenteraad invloed uit te
oefenen wel kleiner. Hoewel formeel de positie van de raad als beleidsbepaler niet hoeft te veranderen is
de praktijk lastiger. Het gemeentebestuur is dualistisch ingericht, de WGR monistisch. Dat leidt tot
verwarring. Bij een begroting mag de gemeenteraad alleen een gevoelen uitspreken. Dit geschiedt meestal
in de vorm van een motie. Het instrument van het indienen van een amendement is niet mogelijk omdat
een algemeen bestuur de besluiten neemt en de vertegenwoordiger vanuit de raad meestal een
wethouder) in dat bestuur maar een stem heeft. Maar waarom zouden binnen een GR de betrokken
gemeenteraden niet een of twee keer per jaar gezamenlijk kunnen vergaderen om voor de overgedragen
taken eerst een beleidskader vast te stellen en daama controle uit te oefenen op de bereikte resultaten? In
enkele regio's in ons land wordt hier al ervaring mee opgedaan. Op initiatief van de Kring van Friese
Griffiers wordt in het eerste kwartaal van 2009 een uitgewerkt voorstel aan de gemeenteraden ter
besluitvorming voorgelegd. Ook een algemene vergadering waarbij het stemrecht van de deelnemers naar
gewicht is verdeeld biedt een mogelijkheid de invloed van de gemeenteraden te verbeteren. vb.
Drechtsteden).Er is dus wel wat mogelijk om de afstand tussen bestuur en gemeenteraden niet te groot te
laten worden.
Een ander lastig punt voor de gemeenteraad bij de WGR is controle op financiele risico's. Als deelnemers
in de regeling blijft men aansprakelijk als het financieel fout loopt. Het ontbreekt echter vaak aan tijd en
deskundigheid om voldoende greep en zicht te houden op de financiele ontwikkelingen. En het
inschakelen van ondersteuning kost geld en gebeurt meestal pas als het fout is gegaan. Ook hier zouden
gemeenteraden meer samen kunnen optrekken door voor de behandeling van een begroting of
jaarrekening aan een beheer of audit commissie eerst te vragen om een gedegen advies uit te brengen.
Door enkele gemeenteraadsleden aangevuld met deskundige ambtenaren deel uit te laten maken van deze
commissie en de leden jaarlijks te laten rouleren is meer greep op de gang van zaken ook hier wel
mogelijk.
Een samenwerking op basis van de WGR die in ons land naam maakt is die van de gemeenten Blaricum,
Eemnes en Laren. De samenwerking heeft in principe betrekking op alle gemeentelijke taken en is gericht
op totstandkoming en uitvoering van beleid. Op 6 februari 2007ondertekenden de burgemeesters deze
samenwerking waarbij een werkorganisatie in opdracht en onder regie alle uitvoerende taken realiseert.
De drie gemeenten blijven zelfstandig met elk een eigen gemeenteraad, een eigen college van B&W en
een kleine groep ambtenaren 4% ter ondersteuning. (regievoering) De nieuwe BEL werkorganisatie
zal worden gehuisvest in een nieuw te bouwen kantoor in Eemnes.