Kort verslag gesprek op 15 december 2008 met burgemeester A. van der
Werff van de gemeente het Bildt
Sterkte van de samenwerking in Middelseeverband
Samenwerking of samenvoeging
Strategische keuzen in Middelseeverband
Orientatie van het Bildt
Burgemeester Van der Werff brengt naar voren dat hij de gemeenten het Bildt en Leeuwarderadeel ziet
als de meest gemotiveerde deelnemers in het Middelseesamenwerkingsverband. Hij vindt dat de 4
gemeenten hun successen moeten uitstralen bij de samenwerking. De discussie en de besluitvorming over
het DHV-rapport in de 4 gemeenteraden begin 2009 is een testcase voor de sterkte van de samenwerking.
De Middelseesamenwerking is gegoten in de vorm van een convenant tussen de bestuursorganen van de 4
gemeenten. Hoe meer taken je samen zou gaan doen hoe meer aanleiding er is te komen tot de vorming
van een lichte gemeenschappelijke regeling, om daarmee de aansturing beter in te bedden. De
mogelijkheid bestaat om een Middelseeraad te vormen waarin alle raadsleden van de 4 gemeenten zitting
hebben.
Typerend voor de Middelseesamenwerking is dat het gaat om 4 gelijksoortige en ongeveer even grote
plattelandsgemeenten, zonder duidelijke centrumplaats. Voor bepaalde taken zijn ook de gezamenlijke
Middelsee Gemeenten te klein. In het algemeen is hij er van overtuigd dat vorming van grotere gemeenten
in Friesland slechts in beperkte mate tot afname leidt van gemeenschappelijke regelingen. Vorming van
een Middelseegemeente zal dan ook in beperkte mate leiden tot opheffmg van gemeenschappelijke
regelingen..
Hij ziet meer in een verbetering van de Middelseesamenwerking dan in een gemeentelijke herindeling.
De heer Van der Werff stelt dat de Middelsee Gemeenten een besluitvormingsmodel zouden moeten
hebben die de gemeentegrenzen overschrijdt omdat anders strategische keuzes niet tot stand komen. In de
huidige situatie is een gebiedsbreed besluit over zwembaden of sporthallen niet te verwachten. Dat ligt
anders als je in de samenwerking verder bent en een gezamenlijk apparaat kent. Het is dan nodig dat elke
gemeente een stukje zelfstandigheid inlevert.
De burgemeester ziet geen beletsel in uitvoering van bepaalde taken door Leeuwarden als
centrumgemeente, zoals de uitvoering van de leerplichtwet. Het is veel logischer voor het Bildt om met
Leeuwarden samen te werken dan met Franekeradeel. Uiteindelijk is dit een gemeente met veel platteland
en een stadje. De expertise die op sommige terreinen nodig is, is ook in Franekeradeel in onvoldoende
mate aanwezig, terwijl Leeuwarden in dat opzicht een meerwaarde kan bieden.
