2 Samenvatting van de nota 'Middelsee op Koers'
De nota is de resultante van onze opdracht aan de gemeentesecretarissen, om nader advies
over mogelijkheden tot samenwerking op acht taakvelden voor te bereiden. De
gemeentesecretarissen hebben daartoe in december 2008 met medewerkers gesproken over
mogelijkheden en beperkingen van samenwerking. Mede op basis van die gesprekken is de
nota opgesteld. Daamaast is het zogenaamde Realisatieplan EGEM-i afgerond en ter besluit
aan ons voorgelegd. Dit plan beschrijft op welke wijze en met welke middelen onze
gemeenten aan de (wettelijke) vereisten op het gebied van elektronische dienstverlening gaat
voldoen. Het Realisatieplan wordt overigens met een afzonderlijk voorgenomen besluit aan de
gemeenteraden voorgelegd.
In de nota 'Middelsee op Koers' wordt ingegaan op de verschillende vormen van
samenwerking. Bij te maken keuzes is het immers van belang om scherp voor ogen te hebben,
over welke vorm het dan precies gaat: de ene vorm heeft verderstrekkende consequenties dan
de andere. In de nota wordt het volgende geadviseerd:
Juridisch: verstevig het fundament van de samenwerking door een lichte
gemeenschappelijke regeling in te stellen;
Organisatorisch: beperk de varianten om de samenwerking praktisch handen en voeten te
geven tot twee modellen.
Een lichte gemeenschappelijke regeling beoogt de bestuurlijke afstemming en het onderlinge
verkeer tussen gemeenten te borgen, en op eenduidige wijze te voorzien in aansturing van
taken die gezamenlijk worden uitgevoerd. De gemeenschappelijke regeling wordt ter besluit
aan de gemeenteraden voorgelegd.
In de najaarsconferentie van onze colleges hebben wij verschillende organisatorische
varianten voor samenwerking onder de loep genomen. De 'Ten Boer variant' (taakuitvoering
en personeel overhevelen naar de grote stad) en het 'BEL model' (taakuitvoering en personeel
over naar een gemeenschappelijk ambtelijke organisatie) zijn de bekendste, maar ook de
meest verstrekkende varianten. Lichtere varianten, waamaar onze voorkeur uit gaat, zijn het
netwerkmodel en het matrixmodel. Kenmerk van het matrixmodel is dat medewerkers die
hetzelfde soort werk doen vanuit een van de gemeentehuizen werken: de uitvoering van een
bepaald taakveld wordt dus geconcentreerd. Ons bureau toezicht en handhaving is op deze
leest geschoeid. Kenmerk van het netwerkmodel is het combineren van autonomic en
synergie. In essentie gaat het om gestructureerde onderlinge afstemming en overleg. Op deze
manier kan snel, direct en effectief samengewerkt worden zonder gehinderd te worden door
interne structures Het delen van kennis en informatie alsmede de voortdurende ontwikkeling
van de medewerker zelf staat centraal. De te behalen doelen worden tevoren vastgelegd, en de
netwerkleden zorgen zelf voor het behalen van die doelen en rapportage aan opdrachtgevers.
Hoe precies inhoud gegeven wordt aan de beide modellen zal per taakveld uitgewerkt worden.
De kenmerken van het betreffende taakveld en te behalen meerwaarden kunnen aanleiding
geven tot specifieke invulling van het model. Dit wordt in het implementatieplan uitgewerkt.
De nota 'Middelsee op koers' neemt de uitgangspunten van het in 2007 afgesloten
bestuursconvenant als basis. Dit betekent kort en goed:
Er blijft sprake van gemeentelijke zelfstandigheid;
Het politieke primaat blijft aan de respectievelijke gemeentebesturen;