geproduceerd. Het rijk heeft de doelen echter naar boven opgeschroefd en heeft provincies gevraagd om te onderzoeken of een jaarlijkse windenergiewinning van 6.000 megawatt op land plus 6.000 megawatt op zee haalbaar is. In het kader van dit verzoek, plus de evaluatie van Windstreek 2000, heeft de provincie Fryslan aan Atelier Fryslan gevraagd om met een advies te komen over de landschappelijke inpassing van modeme windturbines. Het advies gaat uit van drie hoofdpunten: a. houd delen van de provincie geheel windmolenvrij; b. saneer alle huidige windturbines; c. kies voor nieuwe windparken in karakteristieke opstellingen die het landschap versterken. Deze uitgangspunten leiden tot een advies om te kiezen voor drie grote windmolenparken. Een van deze parken, in de vorm van 40 turbines in twee lijnopstellingen, bevindt zich deels op het grondgebied van de gemeente Leeuwarderadeel, zie kaartje. De turbines die voor deze locatie geadviseerd worden hebben een masthoogte van 100 meter (Achmeatoren: 115 meter) en het opgewekt vermogen zal in totaal ongeveer 160 megawatt bedragen. Dit is 15 megawatt meer dan het huidige vermogen van alle windturbines in Friesland gezamenlijk. Voor meer informatie over het advies wordt verwezen naar het advies zelf. Startnotitie Windstreek 2011 In april 2009 hebben gedeputeerde staten de startnotitie voor windstreek 2011 behandeld. De startnotitie geeft een aantal scenario's waaruit de gedeputeerden een scenario gekozen hebben. De scenario's leggen het accent op ruimtelijke kwaliteit of de hoeveelheid opgewekte windenergie. De gedeputeerden hebben gekozen voor scenario 2, waarbij zowel aan ruimtelijke kwaliteit als aan de hoeveelheid opgewekte windenergie veel belang wordt gehecht. Dit scenario zal nu door de provincie verder worden uitgewerkt, waarbij wordt gekeken naar de haalbaarheid en naar de vraag of er ook andere opstellingen mogelijk zijn dan het Atelier geadviseerd heeft. De provincie neemt een actieve rol aan en kan eventueel een inpassingsplan maken (de provincie kan sinds de nieuwe Wet op de ruimtelijke ordening voor provinciale belangen een eigen bestemmingsplan maken, dat heet dan een inpassingsplan) en grond verwerven via de haar toegekende wettelijke mogelijkheden. Planning en inspraak; rol gemeenten In de startnotitie van de provincie is op pagina 10 een planning weergegeven. Tussen nu en de tweede helft van 2010 wordt nieuw beleid plus een planmilieueffectrapportage gemaakt. In het derde kwartaal van 2010 zou het conceptbeleid naar de provinciale staten moeten. Het conceptbeleid wordt in de vorm van een structuurvisie gegoten. De betrokken gemeenten zullen rechtstreeks de mogelijkheid krijgen om in te spreken tijdens het bestuurlijk overleg over het voorontwerp van de structuurvisie. Echter, eerder al wordt overlegd met gemeenten om hun mening te peilen over het nieuwe beleid voor windenergie. Een eerste bijeenkomst hiertoe heeft op 15 mei reeds plaatsgevonden. Medegedeeld is dat de gemeenteraad nog geen standpunt over de startnotitie van GS heeft ingenomen. De provincie heeft aangegeven dat uw gemeenteraad uitgenodigd zal worden om altematieven voor het voorgestelde provinciale beleid aan te dragen. Positie gemeente Leeuwarderadeel Enkele windturbines worden volgens het advies van Atelier Fryslan in Leeuwarderadeel gepositioneerd, zie kaart 1 in de bijlage. Op deze locatie is eerder in het kader van een mogelijk opschalingscluster onderzoek gedaan naar de mogelijkheden voor windturbines. Uit dit onderzoek bleek dat de radar van Defensie beperkingen oplegt aan de windturbines, maar

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 2009 | | pagina 195