8 Conclusies en aanbevelingen
8.1 Conclusie
De Wro gaat uit van de fictie dat de gemeente altijd zelf de grondexploitatie voert. Of dat ook
het geval is, is afhankelijk van de eigendomssituatie. Wanneer er zich particulieren in het plan-
gebied bevinden die zich kunnen beroepen op zelfrealisatie, zal de gemeente moeten faciliteren
door middel van samenwerking of exploitatieplan. Alleen bij eigen grondbezit kan de gemeente
kiezen voor actieve uitvoering of samenwerking met een te kiezen marktpartij. Met deze wet is
de eigendomssituatie minder relevant geworden voor het realiseren van ruimtelijk beleid.
Kijkend naar de doelstellingen van de gemeente en de Wro, kan de gemeente niet uit met e6n
vorm van grondbeleid.
De inzet van een structuurvisie samen met het exploitatieplan maakt het voor de gemeente mo-
gelijk eisen te stellen aan een locatie. Hiermee kan zij de realisatie van sociale (koop en huur)
woningen af dwingen bij private partijen, zodat de gemeente kan volstaan met faciliterend
grondbeleid.
Voor het behalen van andere doelstellingen zoals levensloopbestendig bouwen of het realise
ren van winst (verevening van zoet met zuur), is de Wro niet toereikend. Hiervoor is het nood-
zakelijk dat de gemeente zelf grand verwerft. Als eigenaar van deze grand heeft de gemeente
de keuze om een actief grondbeleid te voeren of een samenwerkingvorm aan te gaan met een
private partner. Bij samenwerking is het van belang op de regels van Europese aanbesteding in
de gaten te houden. De raad heeft het college voor de aankoop van grand gemandateerd tot
50.000,- per keer, zodat de gemeente snel kan handelen wanneer een geschikte locatie op de
markt komt.
Bij het voeren van een actief grondbeleid baseert de gemeente haar uitgifteprijs van de grand
op marktconforme prijzen.
De gemeente zorgt voor voldoende reserve om de risico's en verliezen uit lopende exploitaties
op te kunnen vangen.
Om tijdig te kunnen bijsturen en te voorkomen dat de gemeente geconfronteerd wordt met on-
verwachte verrassingen heeft de gemeente de financiele beheersing ingericht. Hiermee is in het
gehele planproces voortdurend aandacht voor de financien.
8.2 Aanbevelingen
Voeren van verschillende vormen van grondbeleid.
Afhankelijk van de te realiseren doelstellingen kiest de gemeente voor facilitair grondbeleid,
voor een samenwerkingsvorm of actief grondbeleid voor een betreffende locatie. Bij de laat-
ste twee vormen moet de gemeente zelf grand verwerven; deze liggen bij voorkeur vooraan
de locatie.
Qpstellen structuurvisie.
Voordelen van het hebben van een structuurvisie zijn dat de gemeente hiermee de realisatie
van sociale huur/koop woningen kan afdwingen zonder dat ze zelf een grondpositie heeft.
Ook maakt dit het mogelijk andere ruimtelijke ontwikkelingen te verevenen (anterieure over-
eenkomst) of bijdrage te vragen voor bovenplanse kosten in het exploitatieplan. Verder kan
de gemeente haar lange termijn koers uitzetten om de kwaliteit van het landelijk gebied en
de kernen te behouden en te versterken.
Grontmij
Conclusies en aanbevelingen
03/5422, revisie 6
Pagina 22 van 24