4
3. Zij treden, onverminderd het bepaalde in artikel 18 derde lid, af op de dag van aftreden van de leden van het
bestuur.
4. De aanwijzing van leden van het presidium ter vervulling van plaatsen die door ontslag, overlijden of om een
andere reden openvallen, vindt plaats biimen twee maanden na dat open vallen.
5. Degene, die ophoudt lid van het bestuur te zijn, houdt tevens op lid van het presidium te zijn.
Het presidium vergadert uiterlijk twee weken voorafgaand aan een bestuursvergadering en verder zo dikwijls als
de voorzitter dit nodig acht zulks onder opgave van de te behandelen onderwerpen.
De laatst genoemde vergadering vindt plaats binnen twee weken nadat het verzoek is binnengekomen.
De taak van het presidium is:
1Voorbereiden van al hetgeen aan het bestuur ter overweging en ter beslissing moet worden voorgelegd.
2. Het zo nodig in delegatie en mandaat uitvoeren van de taken en besluiten van het bestuur.
3Het behartigen van de belangen van de dienst bij andere overheden, instellingen, bedrijven of personen
waarmee contact voor de dienst van belang is.
Hoofdstuk 5: de voorzitter
1De voorzitter wordt door en uit het bestuur aangewezen. Het voorzitterschap wordt met elke nieuwe
zittingsperiode van het bestuur zoals vermeld in artikel 8, bij toerbeurt door een van de deelnemende gemeenten
vervuld.
2. De voorzitter is belast met de leiding van de vergaderingen van het bestuur en het presidium.
3. Bij verhindering of ontstentenis van de voorzitter wordt deze vervangen door een lid van het presidium.
4. Hij tekent de stukken, die van het bestuur uitgaan.
5. De voorzitter vertegenwoordigt de dienst in en buiten rechte. De voorzitter kan de vertegenwoordiging
opdragen aan een door hem aan te wijzen gemachtigde
Hoofdstuk 6: de directeur
1Het bestuur en het presidium worden bijgestaan door een directeur. Hij heeft in de vergaderingen van het
bestuur en het presidium een adviserende stem.
2. De directeur wordt benoemd, geschorst en ontslagen door het bestuur.
3. De directeur is belast met de dagelijkse leiding van de dienst.
4. De directeur ondertekent mede alle stukken die van het bestuur uitgaan.
5. De taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de directeur worden vastgelegd in een door het
bestuur vast te stellen statuut.
6. De directeur is verantwoording verschuldigd aan het bestuur.
Hoofdstuk 7: inlichtingen verantwoording en ontslag
1Het presidium is aan het bestuur verantwoording verschuldigd voor de taakvervulling zoals vermeld in
artikel 13 en de in delegatie dan wel mandaat genomen besluiten.
Artikel 12: Werkwijze
Artikel 13: Taak
Artikel 14: Taak
Artikel 15: Directeur
Artikel 16: Internpresidium aan bestuur
Voorstel tot wijzigmg GR - juni 2009