naar jurisprudentie staan, zijn wij van mening dat deze jurisprudentie haar betekenis in het licht van de
nieuwe rioolheffing niet heeft verloren. Voor de exacte interpretatie van de individuele uitspraken
moeten echter steeds de verschillen tussen de betreffende heffing en de rioolheffing worden
meegewogen. Het belangrijkste verschil tussen de rioolrechten en de rioolheffing is dat er geen sprake
meer is van een retributie maar van een bestemmingsbelasting. De link tussen het individuele profijt
en de heffing is hierdoor belangrijk minder stringent geworden. Dit element zal met name spelen bij
de gewijzigde interpretatie van het begrip aansluiting, dat hierboven is toegelicht.
7. Kwijtschelding van belastingen
Van de rioolheffing(en) kan gehele of gedeeltelijke kwijtschelding worden verleend, indien de
belasting niet anders dan met buitengewoon bezwaar kan worden betaald.
B. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING
Aanhef
De aanhef van de verordening rioolheffing geefit aan dat de rioolheffing is gebaseerd op artikel 228a
van de Gemeentewet, zowel voor de heffing wegens het hebben van een aansluiting op de
gemeentelijke riolering als voor de heffing wegens het afvoeren van water.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In de opzet van de verordening is gekozen voor het opnemen van een artikel dat
begripsomschrijvingen bevat.
In onderdeel a is aangegeven dat onder perceel wordt verstaan een roerende of een onroerende zaak. In
de verordening rioolrechten wordt hiervoor de term eigendom gebruikt. Met de wijziging naar de term
perceel is geen inhoudelijke wijziging beoogd. De reden voor de keuze van de term perceel is gelegen
in het feit dat deze term ook wordt gebruikt in de Wet verankering en bekostiging van gemeentelijke
watertaken.
In de meerderheid van de gevallen zal onder het begrip perceel een onroerende zaak vallen. De
verordening beoogt echter ook roerende percelen die op de gemeentelijke riolering zijn aangesloten in
de heffing te betrekken. Bij roerende percelen die op de gemeentelijke riolering zijn aangesloten kan
bijvoorbeeld worden gedacht aan caravans, woonboten en niet-onroerende zomerhuisjes.
Dat ook een zelfstandig gedeelte van een onroerende of roerende zaak een perceel is hangt samen met
het bepaalde in artikel 4. Door een zelfstandig gedeelte ook te omschrijven als een zelfstandig perceel
vindt het belastbaar feit plaats per zelfstandig gedeelte.
In onderdeel b is aangegeven dat onder gemeentelijke riolering in feite alle voorzieningen vallen die
worden getroffen ter nakoming van de zorgplichten. De mogelijke voorzieningen zijn legio en
bevatten een veel ruimer scala dan het klassieke rioleringsbegrip. Dat toch voor de term gemeentelijke
riolering is gekozen hangt samen met de naamgeving die de formele wetgever heeft gekozen voor de
heffing: rioolheffing.
Onderdeel c van dit artikel bepaalt dat onder het begrip water alle verschillende soorten water vallen.
In de zorgplichten van artikel 228a worden meerdere waterbegrippen gebruikt die gebaseerd zijn op de
herkomst van het water. De definities van de specifieke waterbegrippen zijn opgenomen in de Wet
milieubeheer en behoeven in de verordening rioolheffing geen nadere toelichting.