binnenmilieu (over de noodzaak van en de kosten van eventueel te nemen maatregelen).
Het belang van de maatregelen:
De vraag over wat het belang is van de maatregelen, is hieronder uitgewerkt. De informatie is
afkomstig uit een rapport dat kort geleden is opgesteld door SenterNovem in opdracht van het
Ministerie van VROM.
Maatregelen ter verbetering van binnenmilieus
Onderzoeken van de TU Eindhoven en diverse GGD-en laten zien dat op ca. 80 van de scholen
de C02 concentratie hoger is dan de daarvoor gestelde norm. De C02 concentratie hangt samen
met de door het menslijk lichaam afgegeven verontreinigingen. In een 'gezonde' situatie wordt
per gebouwgebruiker minimaal 30 a 40 m2/h aan verse lucht toegevoerd en blijft de C02-
concentratie onder de 1000 ppm (parts per million). In een 'ongezonde' situatie loopt de C02-
concentratie op tot 1500 ppm of hoger.
Andere veel voorkomende problemen zijn lage temperaturen en tochtklachten in de winter en
hoge temperaturen in de warme maanden en problemen met daglicht en verlichting. Tabel 1 geeft
een overzicht van verschillende binnenmilieu-aspecten en de percentages scholen die niet
voldoen aan de daarvoor gestelde normen.
Binnenmilieu aspect
Percentage scholen dat niet aan de
bijbehorende norm voldoet
C02-concentratie
80%
Stof-concentratie
35%
Schimmelconcentatie
20%
Temperatuur zomer
45%
Temperatuur winter
20%
Luchtsnelheden winter
50%
V erlichtingssterkte
15%
Contrastverhoudingen
35%
Tabel 1.
Overzicht diverse binnenmilieu-aspecten scholen waarin voor het bewuste aspect een aanzienlijk
deel van de gebruikstijd niet aan de reguliere normen voldaan wordt (bron: rapport
CenterNovem 2009).
De consequenties van een slecht binnenmilieu zijn onder andere:
- discomfort (bijvoorbeeld geurhinder en koude/warmteklachten);
- hoofdpijn, vermoeidheid en sufheid (toenemend in de loop van de dag);
- slijmvliesirritaties en andere 'sick-building klachten' (bijvoorbeeld 'droge lucht'
klachten);
- onnodige overdracht van infectieziekten via de lucht, leidend tot verkoudheid, griep e.d.;
- verergering van allergieen (denk bijvoorbeeld aan hooikoorts en voedselallergieen);
- (extra) astma-aanvallen bij kinderen en leerkrachten met astma.