4. De periode van vijf jaar, genoemd in het tweede lid, wordt:
5. bij de weigering van een vergunning teruggerekend vanaf de datum van beslissing op
de aanvraag van de vergunning;
a. bij de intrekking van een vergunning teruggerekend vanaf de datum van de
intrekking van deze vergunning.
b. De exploitant of de beheerder is binnen de laatste vijf jaar geen exploitant of
beheerder geweest van een seksinrichting die voor ten minste een maand door
het bevoegde bestuursorgaan is gesloten, of waarvan de vergunning als
bedoeld in artikel 3.3, eerste lid, is ingetrokken, tenzij aannemelijk is dat
hem terzake geen verwijt treft.
Artikel 3.5 Sluitingstijden
Het is verboden een seksinrichting voor bezoekers geopend te hebben en daarin bezoekers toe
te laten of te laten verblijven tussen 03.00 en 10.00 uur.
Artikel 3.6 Tijdelijke afwijking sluitingstijden; (tijdelijke) sluiting
1Met het oog op de in artikel 3.14, tweede lid, genoemde belangen of in geval van
strijdigheid met de bepalingen in dit hoofdstuk kan het bevoegd bestuursorgaan:
a. tijdelijk andere dan de krachtens artikel 3.5 geldende sluitingstijden
vaststellen;
b. tijdelijk de gedeeltelijke of algehele sluiting bevelen.
2. Onverminderd het bepaalde in artikel 3:41 van de Algemene wet bestuursrecht maakt
het bevoegd bestuursorgaan het in het eerste lid bedoelde besluit openbaar bekend
overeenkomstig artikel 3:42 Algemene wet bestuursrecht.
Artikel 3.7 Aanwezigheid van en toezicht door exploitant en beheerder
1Het is verboden een seksinrichting voor bezoekers geopend te hebben, zonder dat de
ingevolge artikel 3.3 op de vergunning vermelde exploitant of beheerder in de
seksinrichting aanwezig is.
2. De exploitant en de beheerder zien er voortdurend op toe dat in de seksinrichting:
a. geen strafbare feiten plaatsvinden, waaronder in ieder geval de feiten als
genoemd in de titels XIV (misdrijven tegen de zeden), XX (mishandeling),
XXII (diefstal) en XXX (heling) van het Tweede Boek van het Wetboek van
Straffecht, in de Opiumwet en in de Wet wapens en munitie;
b. geen prostitutie wordt uitgeoefend door personen in strijd met het bij of
krachtens de Wet arbeid vreemdelingen of de Vreemdelingenwet bepaalde.
Artikel 3.8 Verbod straatprostitutie en raamprostitutie
1Het is verboden op of langs wegen of vanuit een pand, zichtbaar vanaf de openbare
weg, door handelingen, houding, woord, gebaar of op andere wijze, passanten tot
prostitutie te bewegen, uit te nodigen dan wel aan te lokken.
2. Met het oog op de naleving van het in het eerste lid gestelde verbod, kan door
politieambtenaren het bevel worden gegeven zich onmiddellijk in een bepaalde
richting te verwijderen.
22