4. Het in dit artikel bepaalde geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt
voorzien door de Wet ruimtelijke ordening of de Provinciale Verordening.
Artikel 4.13 Verbod hinderlijke of gevaarlijke reclame
Het is verboden op of aan een onroerende zaak handelsreclame te maken of te voeren door
middel van een opschrift, aankondiging of afbeelding waardoor het verkeer in gevaar wordt
gebracht of emstige hinder ontstaat voor de omgeving.
Artikel 4.14 Vergunningsplicht lichtreclame
1Het is verboden zonder vergunning van het college op of aan een onroerende zaak
verlichte handelsreclame te maken of te voeren die vanaf de weg zichtbaar is.
2. Onverminderd het bepaalde in artikel 1.8 kan een vergunning als bedoeld in het eerste lid
worden geweigerd:
a. indien de handelsreclame, op zichzelf of in verband met de omgeving niet voldoet aan
redelijke eisen van welstand;
b. in het belang van de voorkoming of beperking van overlast voor gebruikers van een in
de nabijheid gelegen onroerende zaak.
3. a. De weigeringsgrond van het tweede lid onder a geldt niet voor bouwwerken;
b. De weigeringsgrond van het tweede lid onder b geldt niet voor zover in het daarin
geregelde onderwerp wordt voorzien door de Wet milieubeheer.
Afdeling 5 Kamperen buiten kampeerierreinen
Artikel 4:15 Begripsbepaling
In deze afdeling wordt onder kampeermiddel verstaan: Een onderkomen of voertuig waarvoor
geen bouwvergunning in de zin van artikel 40 van de Woningwet is vereist, dat bestemd of
opgericht is dan wel gebruikt wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.
Artikel 4:16 Recreatief nachtverblijf buiten kampeerterreinen
1Het is verboden ten behoeve van recreatief nachtverblijf kampeermiddelen te plaatsen of
geplaatst te houden buiten een kampeerterrein dat als zodanig in het bestemmingsplan is
bestemd of mede bestemd.
2. Het verbod geldt niet voor het plaatsen van kampeermiddelen voor eigen gebruik door de
rechthebbende op een terrein.
3. Het college kan ontheffmg verlenen van het verbod als bedoeld in het eerste lid.
4. Onverminderd het bepaalde in artikel 1:8. kan de ontheffmg worden geweigerd in het
belang van:
a. de bescherming van natuur en landschap;
b. de bescherming van een stadsgezicht.
Artikel 4:17 Aanwijzing kampeerplaatsen
1Het college kan plaatsen aanwijzen waarop het verbod van artikel 4:16, eerste lid niet
geldt.
2. Het college kan daarbij nadere regels stellen in het belang van de gronden, genoemd in
artikel 4:16, vierde lid.
30