Dienst Sociale Zaken en Werkeelegenheid Noardwest Frvslan -
Tweeiaarspersoectief 2010 2011
6. Organlsatie en bedrijfsvoering
De kosten voor de bedrijfsvoering worden voor zo'n 90% veroorzaakt door personeel (75%), automatisering
(10%) en huisvesting (5%). Dit zijn dan ook de speerpunten in de sturing en beheersing van de organisatie.
6.1. Personeel
Meer klanten betekent direct meer werk bij de casemanagers en met enige vertraging ook bij de
ondersteunende functies. Op basis van ervaringscijfers over de relatie tussen (de instroom, doorstroom en
uitstroom van) het aantal bijstandsgerechtigden, re-integratieklanten en het aantal aanvragen voor diverse
voorzieningen en de daarvoor benodigde formatie behoort de druk op de personeelslasten tot de risico s voor
de begrotingen 2010 en 2011.
De Dienst treft een aantal beheersmaatregeien. Allereerst zijn dat de koerswijzigingen inzake het werkdeel
zoals omschreven in hoofdstuk 3.2.. Daarnaast wordt-met in achtneming van de verschillen in behaalde
uitstroomresultaten en netto bestandstoename - periodiek beoordeeld of de kosten per client en het aantal
klanten per fte door een eventuele uitzetting voldoende in de pas blijven iopen met andere gemeenten
(benchmark). Dit om zowel effectiviteit als een efficiente werkwijze te bewaken. In aanvulling daarop heeft het
bestuur in overleg met de directie besloten de organisatie ook door een externe partij te laten doorlichten.
Deze doorlichting Is gericht op kostenreductie binnen de kaders van wet- en regelgeving.en aanvaardbare
financiele risico's.
Bij dit alles biijft ook aandacht voor een aanvaardbare werkdruk met het doel het ziekteverzuim laag te
houden omdat dit anders het risico van hoge(re) (inhuur)kosten met zich meebrengt.
6.2. Automatisering
Zowel landelijk als lokaal doen zich ontwikkelingen voor die vanaf 2010 mogelijk extra investeringen in
informatisering vergen. Gebeurt dat niet, dan bestaat het risico dat de Dienst niet tijdig aanhaakt bij wat de
Rijksoverheid landelijk in gang zet en verwacht dat de lokale overheid uitvoert en de Dienst op achterstand
raakt bij hetgeen ketenpartners ontwikkelen.
6.2.1. Landelijke ontwikkelingen
Met de komst van de WWB heeft de bijstand zich ontwikkeld van inkomensvoorziening naar een
voorziening gericht op re-integratie en activering. Het laatste decennium is er sprake van
participatiebevordering, ketensamenwerking, gei'ntegreerde dienstverlening, proactieve en integrale
dienstverlening, jongeren- en zorgloketten, specialisatie en schaalvergroting in de uitvoering.
In de Wet SUWi is voor de sector werk en inkomen voorzien in een infrastructuur voor de
informatiehuishouding en een organisatie, die zorg draagt voor ontwikkeling en beheer. Met Suwinet heeft
de Dienst een instrument om in te kijken op gegevens die bekend zijn bij de ketenpartners (UWV
Werkbedrijf en SVB). Andere landelijke ontwikkelingen zijn de koppeling met de gemeentelijke basis
administratie (GBA), samenloopsignalen, elektronische ketenberichten, e-aanvraag WWB en andere e-
formulieren.
Binnen de sector werk en inkomen vindt een ontwikkeling plaats van ketensamenwerking naar
gei'ntegreerde dienstverlening. Parallel hieraan loopt op ICT-gebied de verdere uitbouw van Suwinet-lnkijk
tot een digitaal klantdossier (DKD).
- Het Rijk en VNG hebben bestuursakkoorden gesloten, een uitvoeringsagenda Dienstverlening en regeidruk
Gemeenten opgesteld, een ondersteuningsorganisatie ICTU/EGEM opgericht om de e-overheid te
stimuleren met als ambitie dat gemeenten de poort voor de e-overheid zijn in 2015. Binnen deze
ontwikkeling valt bijvoorbeeld ook het vormen van een Klanten Contact Centrum (KCC).
6.2.2. Lokale ontwikkelingen
ICT is een hulpmiddel en moet een efficiente en klantgerichte uitvoering bevorderen en effectief bijdragen aan
de doelen participatiebevordering en inkomenswaarborg. De Dienst, het UWV Werkbedrijf en re-
integratiebedrijven moeten met elkaar samenwerken voor de realisatie van deze doelen binnen de sector werk
en inkomen. Uitwisseling van gegevens is een noodzakelijke voorwaarde. Ook is het inzicht gegroeid dat voor
het realiseren van de participatieopdracht de Dienst moet samenwerken met partijen uit de sectoren
(maatschappelijke) zorg, onderwijs, inburgering en justitie. Vice versa hebben deze sectoren ook de Dienst
nodig voor de realisatie van hun doelen. ICT kan deze samenwerking ondersteunen. De Dienst constateert bij
Pagina9 van 11