Ook is de bezwaarschriften commissie verantwoordelijk voor de verwerking van persoonsgegevens
in de zin van de Wbp. De verwerking van persoonsgegeven in het kader van de behandeling van
bezwaarschriften vindt plaats onder verantwoordelijkheid van de commissie. Voor het recht op
inzage en het recht op verbetering, aanvulling, verwijdering en afscherming (artikel 35 en 36 Wbp)
zal de belanghebbende zich tot de commissie moeten richten.
Op basis van artikel 9:1 Awb kan een ieder een klacht indienen over de wijze waarop het
bestuursorgaan of een onder de verantwoordelijkheid van dat orgaan werkzame persoon zich in een
concrete situatie jegens de klager of iemand anders heeft gedragen. Dit betekent dat niet alleen
klachten over de commissie als geheel, over een commissielid maar ook klachten over de secretaris
moeten worden afgedaan door de commissie zelf.
Eveneens kan een klacht over de commissie worden ingediend bij de Nationale Ombudsman.
Het is mogelijk dat de commissie zelf een regeling opstelt voor de werkwijze en besluitvorming in
die gevallen dat zij optreedt als bestuursorgaan. Omdat dit relatief weinig voorkomt is het ook
mogelijk om tijdens een vergadering van de gehele commissie hierover afspraken te maken.
Vierde tranche Awb
Op 1 juli 2009 trad de vierde tranche van de Awb in werking. Deze tranche beslaat, 3 onderwerpen:
algemene regels voor betaling en inning van schulden (bestuursrechtelijke geldschulden)
bestuurlijke handhaving, in het bijzonder de bestuurlijke boete
attributie van bevoegdheden aan ambtenaren
In de ledenbrief van 25 juni 2009 heeft de VNG de leden uitgebreid ge'fnformeerd over deze
aanvulling op de Awb. Zie hiervoor de website www.vng.nl
De vierde tranche heeft verder weinig gevolgen voor de werkzaamheden van de
bezwaarschriftencommissie. Wellicht leidt deze aanvulling van de Awb tot een toename van het
aantal bezwaarschriften. Op dit moment is daar echter nog weinig over bekend.
Wet dwangsom en beroep
Op 1 oktober 2009 is de Wet dwangsom en beroep, onderdeel van de Awb, in werking getreden.
Voor de bezwaarschriftencommissie is deze wet op 2 punten van belang.
Allereerst is met de inwerkingtreding van deze wet de beslistermijn voor een bezwaarschrift
verruimd. De termijn begint nu niet meer te lopen vanaf het moment dat een bezwaar wordt
ingediend maar vanaf het moment dat de bezwaartermijn van het besluit is afgelopen. Deze regeling
ziet op die gevallen waarbij er meerdere bezwaren tegen 1 besluit worden ingediend, het is nu
mogelijk om deze gelijk te behandelen. Voorheen was het mogelijk dat er ruim 5 weken zat tussen
het eerste ingediende bezwaarschrift en het laatste waardoor het lastig was op op tijd het 1
bezwaarschrift af te handelen.
Daamaast is de beslistermijn indien er een commissie is, verlengd van 10 naar 12 weken en de
mogelijkheid om te verdagen van 4 naar 6 weken.
Wordt er niet op tijd een besluit genomen door het bestuursorgaan dan is het mogelijk dat de
bezwaarde een dwangsom aanvraagt. Dit proces wordt gestart door het sturen van een
ingebrekestelling. Dan heeft het bestuursorgaan nog twee weken de tijd om het besluit te nemen.
Gebeurt dit niet dan gaat automatisch de dwangsom lopen, per dag, met een maximum van 42
dagen wat staat voor een bedrag van €1260, -. Tegelijk met de ingebrekestelling kan er beroep
worden ingesteld bij de rechter. De rechter kan ook een passende dwangsom opleggen.