staatssecretaris geeft hierin aan dat zij de mogelijkheid dat raadsleden lid kunnen zijn van een
adviescommissie bezwaarschriften uit de Gemeentewet wil schrappen. De staatssecretaris vindt dit
een onzuiver element in de verhouding tussen raad en college, omdat het geen raadswerk betreft.
Raadsleden krijgen op deze manier indirect de kans om op de stoel van het bestuur te gaan zitten,
terwijl de politieke verantwoording en controle via de raad hoort te lopen.
De VNG kan zich vinden in dit voorstel (VNG brief aan de Tweede Kamer, 24 februari 2009,
ECGR/U200900348). Wanneer de voorstellen uit de 'Staat van de dualisering' als wetsvoorstel aan
het parlement worden voorgelegd is op dit moment nog niet duidelijk.
Meer over dit onderwerp in De Gemeentestem, 2005, nr. 7226,het artikel Raadsleden en bezwaar
door L.M. Koenraad en G.A.L. van Schijndel.
Wanneer er is gekozen voor een adviescommissie zijn de twee meest voorkomende vormen een
commissie die volledig bestaat uit leden die geen deel uitmaken van en niet werkzaam zijn onder
verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan of een gemengde commissie welke deels bestaat uit
extemen (waaronder de voorzitter) en deels uit intemen.
Bij de beantwoording van de vraag voor welke samenstelling van de commissie wordt gekozen
moet voor ogen worden gehouden welk doel met de commissie wordt nagestreefd. In de eerste
plaats moeten de personen die de commissie vormen in die mate vakkundig zijn dat er van de
commissie goede adviezen te verwachten zijn. Hierbij kan gedacht worden aan personen die weten
wat er speelt bij de desbetreffende overheid (oud-bestuurders), maar ook aan deskundigen op het
gebied van geschillenbeslechting (juristen). De leden van de commissie moeten gevoel hebben voor
politieke en bestuurlijke verhoudingen. De taak van de commissie is immers een bestuurlijke
heroverweging, die naast de rechtmatigheidstoetsing toetsing van de doelmatigheid omvat.
Mogelijke voordelen exteme commissie (juristen/deskundigen/oud-bestuurders):
- Schijn van partijdigheid wordt vermeden
- Ontlasting van de werkdruk van het bestuursorgaan
Mogelijke nadelen exteme commissie:
- De gevolgde procedure kan voor de burger op een rechtsgang lijken: in de meeste gevallen is er
nog een rechtsgang in eerste aanleg mogelijk en in hoger beroep bij de onafhankelijke rechter.
- Formalisering procedure: bestuurlijk direct betrokkenen hebben meer mogelijkheden om in de
voorprocedure te komen tot praktische oplossingen dan een geheel onafhankelijke commissie.
Dit nadeel verdwijnt als de vertegenwoordiger van het verwerend orgaan op de hoorzitting
voldoende mandaat heeft gekregen om indien gewenst toezeggingen te doen.
Indien gekozen wordt voor een exteme commissie kan de volgende bepaling aan artikel 3 worden
toegevoegd:
De voorzitter en de leden van de commissie kunnen geen deel uitmaken van of werkzaam zijn onder
verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan.
Door de bepaling in het tweede lid delegeert de raad de benoeming van commissieleden aan het
college. Het college is hiermee ook het orgaan dat indien nodig het functioneren van de leden van
de commissie evalueert. Indien een lid van de commissie niet naar behoren functioneert is het in
eerste instantie de commissie die hierop actie zal ondememen,het is immers een zelfstandig
bestuursorgaan. De voorzitter zal hierbij een rol spelen. Mocht een commissielid niet zelf ontslag
nemen dan is het uiteindelijk aan het college om op te treden. Het ligt voor de hand dat voordat een
dergelijke stap wordt genomen er diverse gesprekken hebben plaatsgehad en dat er een dossier is
gevormd. Bij de bevoegdheid van het college om een lid te schorsen kan gedacht worden aan een