plaats te vinden. Is een bezwaarschrift niet ontvankelijk, dan wordt aan heroverweging niet
toegekomen. Voor zover de heroverweging daartoe aanleiding geeft, herroept het bestuursorgaan
het bestreden besluit en neemt het voor zover nodig in plaats daarvan een nieuw besluit. Dit nieuwe
besluit treedt daarmee in de plaats van het oorspronkelijke (bestreden) besluit.
Omdat in het verleden bestuursorganen nogal eens bij de beslissing op bezwaarschriften louter
toetsten op rechtmatigheid is in het eerste lid van art 7:11 vastgelegd dat het om een heroverweging
gaat. Dat betekent dat de toetsing niet beperkt moet blijven tot vragen van rechtmatigheid, maar
binnen de grenzen van de wet zich ook dient uit te strekken tot beleidsmatige en bestuurlijke
aspecten.
De heroverweging dient ex nunc plaats te vinden, dat wil zeggen dat rekening moet worden
gehouden met inmiddels gewijzigde feiten en omstandigheden. De feiten en omstandigheden van
het moment waarop het nieuwe besluit wordt genomen zijn van belang.
Daamaast dient de heroverweging op grondslag van het bezwaar te geschieden. Hieruit vloeit voort
dat die onderdelen van het besluit die geheel los van de aangevoerde bezwaren staan, in beginsel
buiten beschouwing blijven. Het bestuursorgaan zal daarbij de naar voren gebrachte bezwaren
voldoende ruim naar hun strekking moeten opvatten. Indien bijvoorbeeld tijdens de hoorzitting
blijkt dat deze, ondanks een beperkte omschrijving in het bezwaarschrift, ruimer bedoeld zijn, dan
zal daarmee rekening moeten worden gehouden.
Verder is het de bedoeling van deze bepaling dat er geen verslechtering van de positie van degene
die het bezwaarschrift indient tijdens de bezwaarschriftenprocedure mag optreden (verbod van
reformatio in peius). Natuurlijk staat dit er niet aan in de weg dat als een derde bezwaar maakt tegen
bijvoorbeeld een afgegeven vergunning, die bezwaren gehonoreerd kunnen worden. Dit is het
wezen van de bezwaarschriftenprocedure en niet in strijd met genoemd beginsel.
In artikel 7:12 Awb is voorgeschreven dat de beslissing op het bezwaarschrift dient te berusten op
een deugdelijke motivering die bij de bekendmaking van de beslissing wordt vermeld. Daarbij is het
van belang dat indien van het advies van de commissie wordt afgeweken in de beslissing de reden
van die afwijking wordt vermeld en het advies met de beslissing wordt meegezonden.
Tenslotte wordt verwezen naar artikel 6:23 Awb waarin wordt voorgeschreven dat indien beroep
kan worden ingesteld tegen de beslissing op het bezwaar, daarvan bij de bekendmaking van de
beslissing melding wordt gemaakt. Daarbij moet worden aangegeven door wie, binnen welke
termijn en bij welk orgaan beroep kan worden ingesteld.
Artikel 19. Jaarverslag
Deze bepaling is opgenomen bij de laatste wijziging van de verordening in 2010. In de praktijk
blijkt dat de bezwaarschriftencommissie jaarlijks verslag uitbrengt aan de raad, het college en de
burgermeester over haar werkzaamheden. De invulling van dit verslag is aan de commissie gelaten.
Voor de hand ligt dat wordt aangegeven welke aantallen bezwaren zijn ingediend, wat de
werkvoorraad was bij aanvang van het kalendeijaar, hoeveel adviezen zijn uitgebracht, wat de
adviezen inhielden (niet-ontvankelijk, (deels) gegrond etc.) of het bestuursorgaan contrair heeft
besloten, in welke gevallen beroep wordt ingediend en wat de uitkomst van dit beroep is.
In geval er een klacht is ingediend tegen de bezwaarschriftencommissie wordt dit in het jaarverslag
vermeld.
Het jaarverslag is ook een instrument voor de commissie om aan de bestuursorganen adviezen te
geven over de verbeterpunten op het gebied van juridische kwaliteit.
16