De vraagstelling spitst zich toe op het feit of er voor een zestal aansluitingen een uitzondering op de betalingsverplichting kan worden gemaakt zonder dat dit een precedentwerking heeft richting latere soortgelijke gevallen of zelfs naar reeds eerder in het buitengebied aangesloten percelen, waarvoor de verschuldigde bijdrage al is betaald. De neerslag van het gevraagde onderzoek verricht door onze juriste treft u hieronder in zijn geheel aan.. Juridisch onderzoek In de raadsvergadering van 18 februari jl. is de door GBL ingediende mode aangenomen, waarin de raad aan het college opdraagt om zes percelen in Hijum zonder aanlegkosten aan te sluiten op de gemeentelijke riolering, tenzij nader onderzoek uitwijst dat er als gevolg hiervan, rechten voor derden kunnen ontstaan. Over dit voorbehoud dient het college uitsluitsel te geven in de raadsvergadering van 25 maart 2010. In deze memo wordt hierop ingegaan. De mode kan op gespannen voet komen te staan met het gelijkheidsbeginsel indien derden ook claimen dat zij de eigen bijdrage niet hoeven te betalen voor het aansluiten van de percelen in het buitengebied op de gemeentelijke riolering. Het gelijkheidsbeginsel behoort met het rechtszekerheidsbeginsel tot de meest fundamentele rechtsbeginselen. Het is dan ook van belang dit nader onder de loep te nemen. Feitelijk wijkt de raad af van het beleid als vastgesteld in de raadsvergadering van 18 november 2004, waarbij het Gemeentelijk Rioleringsplan Leeuwarderadeel 2004-2009 is vastgesteld en het besluit van 10 december 2009, waarbij met het Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Leeuwarderadeel 2010-2015 is ingestemd. Hierbij is de keuze gemaakt om van de bewoners in het buitengebied een eigen bijdrage ad. 2.250,— te vragen per aansluiting. Hierbij is geen onderscheid gemaakt naar persoon, plaats, soort perceel, etc. Nu een dergelijk beleidsdocument geen juridische basis vormt voor het daadwerkelijk heffen van dit recht, is de (concept) Aansluitverordening opgesteld. In artikel 6 van de Aansluitverordening wordt een grondslag geboden op basis waarvan de eigen bijdrage kan worden geheven. Het gelijkheidsbeginsel speelt op verschillende niveau's. In de eerste plaats mogen wetgevers verschillende groepen aanwijzen die zij verschillend behandelen. In die zin zou er in de Aansluitverordening een specifieke uitzondering moeten worden gemaakt voor de percelen in Hijum. Echter, voor een dergelijk onderscheid moeten goede, zakelijke redenen zijn aan te voeren. Anders gezegd: er dienen adequate differentiatiecriteria te worden vastgesteld en er dient steeds te kunnen worden aangetoond dat deze criteria juist zijn toegepast. Daarnaast kan, indien de wettelijke kaders beleidsruimte laten, bij verdere besluitvorming (in nadere regelingen, beleidsregels of blijkend uit een reeks uitvoeringsbeslissingen) een verdere differentiatie optreden. Ook in dat geval gelden, om strijd met het gelijkheidsbeginsel te voorkomen, de eisen als hiervoor genoemd. De aansluitverordening biedt in artikel 6 geen beleidsruimte. Er is immers geen sprake van een 'kan bepalingTevens wordt geen mogelijkheid geboden om kwijtschelding te verlenen. Wei biedt artikel 11 de mogelijkheid aan het college van burgemeester en wethouders nadere regels te geven met betrekking tot de hejfing en invordering van het recht. Ook voor een dergelijke bevoegdheid (hardheidsclausule) gelden de eisen als vooromschreven, waarbij gelijke gevallen, gelijk behandeld dienen te worden.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 2010 | | pagina 61