per perceel zal de gemeente een totaal bedrag aan inkomsten ontberen van
251 x 2.250 €564.750,=.
Indien dit bedrag, zoals het tweede deel van de motie aangeeft, wordt versleuteld in het tarief
voor de rioolheffing, dan heeft dat het volgende effect:
Op basis van de cijfers uit de begroting 2010 /GRP 2010 - 2014
Aantal
Tarief
Opbrengst
Bedrijven
208
203
42.224
Eenpersoonshuishoudens
2900
203
588.700
Eenpersoonshuishoudens
890
154
137,060
Totaal
3998
767.984
Het gemiddelde tarief bedraagt: 767.984 3998 - 192,-afgerond.
Wanneer de opbrengst moet stijgen met een bedrag van 564.750 (zie boven) dan wordt de
totaalopbrengst 1.332,734.
Wanneer dit wordt omgeslagen over het aantal aansluitingen, dus gedeeld door 3998 dan
levert dat een gemiddeld tarief op van: 333. op.
Dit rekenvoorbeeld is alleen bedoeld om een indruk te krijgen. Er is van uitgegaan dat in een
jaar de afrekening geschiedt. Het gaat om incidentele inkomsten. Dus het volgende jaar
zouden de tarieven weer 'normaal' kunnen worden.
De conclusie is wel gerechtvaardigd dat eenmalig per aansluiting een bedrag van
333 - 192 141 per aansluiting moet worden opgebracht. Om het leed te verzachten
zou men dit ook kunnen spreiden over meerdere jaren, uiteraard met het in rekening brengen
van extra rentekosten.
Conclusies en aanbevelingen van het college:
1
Op de eerste plaats willen wij als college opmerken het een goede zaak te vinden, dat de
motie van 18 februari 2010 ons de ruimte bood nader onderzoek te verrichten, feitelijke
gegevens te verzamelen en u meer fundament te kunnen aanreiken voor een verantwoorde
beslissing.
2
Voorts vragen wij ons af of het zinvol is om nog een diepgaand onderzoek in te stellen naar
hetgeen ook naar voren is gebracht in uw vergadering van 28 januari j.l en wel het onderdeel
over de in het verleden verstrekte subsidie per rioolaansluiting en de verklaring dat deze voor
andere doeleinden dan riolering is gebruikt.
Omdat de opmerking en vraagstelling hierover niet erg exact was kunnen we hooguit
inschatten waar e.e.a. betrekking op heeft. Meer dan 20 jaar geleden bestond er een
Verfijningsregeling riolering. Vanuit de rijksoverheid werd daarmee het milieubelang van
aansluiting van zoveel mogelijk panden fmancieel gehonoreerd. Per aansluiting kreeg de
gemeente een bepaald bedrag om de aanleg en exploitatie gedurende een aantal jaren
financieel te vergemakkelijken. Op enig moment werd vanuit het ministerie aangekondigd,
dat de regeling zou worden beeindigd. Op het moment van aankondiging haastten gemeenten
zich nog zoveel mogelijk panden aan te sluiten. Dat spitste zich toe op panden die gunstig