arbitrair, maar bij ons bestaat wel de indruk dat de bewoners van het buitengebied dat als een pre ervaren. - De gevraagde bijdrage is in verhouding tot de totale aanlegkosten van riolering in het buitengebied maar een fractie. Een fractie die in onze ogen alleszins gerechtvaardigd is. Over gespreide betaling met renteverrekening valt altijd te overleggen. - Voor het meerwaarde-effect van een rioolaansluiting op de economische waarde van een pand in het buitengebied is het reeel om daarin een relatief kleine tegemoetkoming te vragen van de betrokkene. De ontstane economische meerwaarde van het pand hoeft o.i. niet geheel bekostigd te worden door de gemeenschap i.c alle andere aangeslotenen, - Door de niet te innen aansluitkosten af te wentelen op de rioolheffing ontstaat er een algemene stijging van de lastendruk in deze gemeente. Dat is in onze ogen niet gewenst, zeker gezien in het licht van de economische tijd. - De kosten van aansluitingen in het buitengebied gaan de eigen bijdrage van 2.250,- zeer te boven. Deze meerkosten worden al versleuteld in de rioolheffing zoals die opgebracht moet worden door iedere aangeslotene. In die zin betaalt een ieder al voor een behoorlijk deel mee aan de aansluitingen in het buitengebied. - Zowel woningeigenaren als huurders van woningen betalen indirect al een bijdrage in de kosten van aansluiting op het riool. Bij de woningeigenaren zitten deze in de aankoopprijs van hun bouwkavel. Daarbij maakt het niet uit of het gaat om de eerste bouwer of de eigenaar van een pand na overdracht. Voor de bewoners van huurwoningen vormen alle realisatiekosten van de woning een component in de opbouw van de verschuldigde huur, dus inclusief de aansluiting op de riolering. Het komt ons niet gewenst voor deze beide categorieen nog zwaarder te belasten als gevolg van de aansluiting van panden in het buitengebied. 'Nog zwaarder' omdat dit voor een deel toch al gebeurt. Zie voor de verklaring daarvoor bij het vorige gedachtestreepje. Raad 4e behandeling Raad 25 maart 2010. Zie bijlage 2 - Memo beantwoording raadsvragen van 25 maart 2010 Bijlagen: 1Aansluitverordening rioleringen Leeuwarderadeel 2009 2. Memo beantwoording raadsvragen van 25 maart 2010 Ter inzage gelegde stukken: 1. Onderzoek Arcadis 2. 'Taljochting by raming kosten' Burgemeester en wethouders van Leeuwarderadeel, de secretaris de burgemeester J.J. KINGMA DRS. E.J. TER KEURS

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 2010 | | pagina 65