nummering in tact en ook het type weg (rijksweg) blijft onveranderd. (E-aanduidingen moeten
niet in de naamgeving van rijkswegen worden betrokken.) Zo kan ook bijvoorbeeld de
provinciale weg N999 de naam <Provinciale weg N999> worden toegekend. Ook hier blijft het
type weg en de N-nummering volledig in tact. Tot op heden hebben gemeenten zich aan deze
werkwijze gehouden.
Anders ligt dat bij de naamgeving van rivieren en wateren van intemationale betekenis. Na ampel
beraad is besloten over de naamgeving van dit soort openbare buitenruimten geen regels op te
nemen in de verordening. Er bestaat voor de gemeente immers geen enkele aanleiding of
noodzaak tot het herbenoemen van deze rivieren en wateren. Het behoeft bovendien geen nadere
uitleg dat het tot onoverzichtelijke situaties leidt als bijvoorbeeld een rivier per woonplaats een
andere naam krijgt toebedeeld. Het toekennen van nummeringen aan een object of plaats dient te
worden gekoppeld aan de naam van de openbare ruimte naast voomoemde rivieren en wateren.
Als zich de bijzondere situatie al mocht voordoen om een naam van een rivier of water van
intemationale betekenis te wijzigen, dan kan dat niet eerder plaatsvinden dan na gehouden
overleg met het bestuursorgaan die dat aangaat.
Het derde lid bepaalt, dat onder de termen bepalen, vaststellen, verdelen en toekennen, zoals
bedoeld in het eerste en twee lid, tevens het wijzigingen of intrekken daarvan omvat. Deze
passage is opgenomen, omdat hierover in het verleden problemen zijn gerezen.
Artikel 3.
Het eerste en tweede lid regelen het vaststellen van standplaatsen en ligplaatsen en het toekennen
van nummers aan verblijfsobjecten, ligplaatsen, standplaatsen en afgebakende terreinen. Hier is
niet voor de term huisnummer gekozen, omdat bij afgebakende terreinen, lig- en standplaatsen
niet kan worden gesproken van huis. Vandaar dat de term nummeraanduiding wordt gebruikt.
Een burger kan overigens een aanvraag voor een nummeraanduiding bij burgemeester en
wethouders indienen. Deze aanvraag zal in de regel zijn aan te merken als een verzoek van een
belanghebbende om een besluit te nemen in de zin van artikel 1:3, derde lid, van de Algemene
wet bestuursrecht (hiema: Awb). Op de afwikkeling van de aanvraag zijn de hoofdstuk 3 en 4 van
de Awb van toepassing (zie hierover ook de algemene toelichting).
De strekking van het derde lid spreekt voor zich en behoeft geen verdere toelichting. Het vierde
lid regelt, dat het eerste tot en met het derde lid ook kan worden toegepast op andere betreedbare
en afsluitbare objecten - zoals bijvoorbeeld afgebakende terreinen - als het college dat nodig
oordeelt.
Het vijfde lid bepaalt dat onder de termen vaststellen, verdelen en toekennen, zoals bedoeld in het
eerste en twee lid, tevens het wijzigingen of intrekken daarvan omvat. Deze passage is
opgenomen, omdat hierover in het verleden problemen zijn gerezen.
Artikel 4.
De toegekende namen moeten overeenkomstig de wens van het college worden aangebracht. De
kosten daarvan komen voor rekening van de gemeente. De in het eerste lid vervatte zinsnede 'in
voldoende aantallen ter plaatse' verdient nadere toelichting. Onder dit begrip wordt verstaan, dat
een verkeersdeelnemer bij het oprijden van een kruising van wegen, door in voldoende aantallen
aangebrachte naamborden, zonder omkijken en in een oogopslag de naam van de dwarsstraat
moet kunnen lezen. Dit betekent doorgaans dat op alle hoeken van de kruising borden dienen te
worden aangebracht.
Het tweede lid bepaalt dat een object of plaats of terrein een door het college toegekend nummer
ook feitelijk moet dragen. Het college wordt de mogelijkheid geboden toe te zien op de naleving
10