Artikel 5 - Opleggen verplichtingen Het bestuur kan een inburgeringsplichtige bij beschikking een of meer van de volgende verplichtingen opleggen: a. het deelnemen aan de inburgerings- of taalkennisvoorziening; b. het deelnemen aan gesprekken met de trajectbegeleider; c. het deelnemen aan voortgangsgesprekken; d. het deelnemen aan het inburgerings(her)examen of staatsexamen Nederlands als tweede taal I of II of mbo-examen; e. het melden indien door ziekte dan wel door andere relevante omstandigheden niet aan de verplichtingen in de beschikking kan worden voldaan; f. overige verplichtingen die het bereiken van het doel van de inburgeringsvoorziening kunnen ondersteunen. Artikel 6 - Inning eigen bijdrage 1De eigen bijdrage, bedoeld in artikel 23, tweede lid, van de wet wordt ineens, dan wel in ten hoogste 4 termijnen betaald. 2. Het bestuur heeft de bevoegdheid om in individuele gevallen een aflossing vast te stellen die afwijkt van hetgeen is bepaald in het eerste lid. 3. Het bestuur legt in de beschikking tot vaststelling van de inburgerings- of de taalkennisvoorziening de termijnen van betaling vast. Indien het bestuur de eigen bijdrage verrekent met de algemene bijstand, wordt dat in de beschikking vastgelegd. 4. In afwijking van artikel 24e, eerste lid, van de wet, zijn inburgeringsbehoeftigen geen eigen bijdrage verschuldigd. Artikel 7 - Het besluit Het besluit tot toekenning van een inburgering- of taalkennisvoorziening bevat in ieder geval: a. Een beschrijving van de voorziening; b. Een opgave van de rechten en verplichtingen van de inburgeraar en de gevolgen die het niet nakomen van deze verplichtingen kunnen hebben; C. De datum waarop het inburgeringexamen of het Staatsexamen Nederlands als tweede taal I of II moet zijn behaald wanneer het inburgeringaanbod een inburgeringsplichtige betrefit; de datum waarop het inburgeringexamen moet zijn gedaan, wanneer het inburgeringaanbod een inburgeringbehoeftige betreft; d. Voor inburgeringsplichtigen de verplichting tot betaling van de eigen bijdrage alsmede de termijnen en de wijze van betaling van de eigen bijdrage; e. De bepalingen inzake de bestuurlijke beloning; f. De bepalingen inzake boeten aan inburgeringsplichtigen en terugvordering van trajectkosten van inburgeringsbehoeftigen; en g. Ingeval van een inburgeringsplichtige oudkomer: de datum waarop de termijn van handhaving van de inburgeringplicht, bedoeld in artikel 26 van de wet, aanvangt.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 2010 | | pagina 74