In geval van uitkeringsgerechtigde inburgeringsplichtigen die een voorziening gericht op arbeidsinschakeling ontvangen of zullen ontvangen, dient de mburgeringsvoorziening daarop te worden afgestemd. Dit beginsel is vastgelegd in het tweede lid van dit artikel. Bij het vaststellen van een inburgerings- of taalkennisvoorziening moet overigens rekening worden gehouden met het bepaalde in artikel 19, derde lid Wi. In deze bepaling uit de Wi is opgenomen dat er voor een uitkeringsgerechtigde inburgeringsplichtige geen inburgerings- of taalkennisvoorziening wordt vastgesteld, indien dat diens arbeidsinschakeling belemmert. Het derde lid van het artikel beschrijft waaruit een mburgeringsvoorziening in ieder geval moet bestaan: een cursus die toeleidt naar het inburgeringsexamen of het staatsexamen Nederlands als tweede taal I of II en het eenmaal kosteloos afleggen van het desbetreffende examen. Een taalkennisvoorziening is gericht op de verwerving van de kennis van de Nederlandse taal die noodzakelijk is voor het kunnen afronden van een beroepsopleiding (artikel 19, tweede lid, Wi). Voor asielgerechtigde inburgeringsplichtigen (oud- en nieuwkomers) maakt ook maatschappelijke begeleiding een veiplicht onderdeel uit van de inburgerings- of taalkennisvoorziening (artikel 19, vijfde lid, Wi). Artikel 5 - Opleggen verplichtingen In dit artikel is gebruik gemaakt van de bevoegdheid uit artikel 19a, eerste lid, Wi om in een verordening te bepalen dat het bestuur een inburgerings- of taalkennisvoorziening kan vaststellen zonder dat daar een procedure van aanbod (door het bestuur) en aanvaarding (door de inburgeringsplichtige) vooraf gaat. Op grond van dit artikel kan het bestuur voor elke inburgeringsplichtige een inburgerings- of een taalkennisvoorziening vaststellen. Nadere toelichting: De Wet inburgering gaat uit van de eigen verantwoordelijkheid van de inburgeringsplichtige. Daarin paste de mogelijkheid om een aanbod van de Dienst af te slaan (aanbodstelsel, is situatie in 2009). Het bestuur kan als iemand een aanbod voor een inburgeringstraject weigert, slechts via handhaving en boeten proberen de inburgeraar weer te laten deelnemen aan een traject. Het bestuur kan inburgeraars niet verplichten deel te nemen aan een aangeboden mburgeringsvoorziening. Dat is onwenselijk. Iedereen die dat nodig heeft, krijgt immers er invulling van de inburgeringsplicht een traject dat aansluit bij de mogelijkheden en situatie van de individuele klant. Vrijblijvendheid past daar niet bij. Keuze voor het vaststellingsstelsel betekent dat als een mburgeringsvoorziening naar het oordeel van het bestuur noodzakelijk is, het bestuur deze direct vaststelt per beschikking, De aanbod- en acceptatiefase wordt overgeslagen en de inburgeraar wordt verplicht mee te werken aan het traject dat voor hem of haar is vastgesteld. Artikel 6 - Inning eigen bijdrage Betaling van de eigen bijdrage is een wettelijke verplichting. In beginsel dient de eigen bijdrage in een keer te worden voldaan aan het begin van het traject. In gevallen waarin de betaling van de eigen bijdrage ineens niet mogelijk is of problemen oplevert, kan de bijdrage in ten hoogste vier termijnen worden betaald. Het tweede lid geeft het bestuur de bevoegdheid om in individuele gevallen een afwijkende aflossing vast te stellen. Artikel 24, eerste lid, Wi maakt het bij inburgeringsplichtigen die algemene bijstand of een andere door de gemeente te verstrekken socialezekerheidsuitkering ontvangen mogelijk dat de Dienst de eigen bijdrage verrekent met deze uitkering. Als de Dienst op deze wijze wil verrekenen, dan moet dat worden opgenomen in de beschikking waarmee de mburgeringsvoorziening wordt vastgesteld. Het vierde lid beschrijft dat de vrijwillige inburgeraars geen eigen bijdrage zijn verschuldigd.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 2010 | | pagina 79