GEMEENTE
LEEU WARDER ADEEL 15
Stiens, ljuni2010
Raadsvergadering: 10 juni 2010
Voorstelnummer: 2010/39
Behandelend ambtenaar: A. Posthuma M. van Vugt
E-mail: a.posthuma@leeuwarderadeel.nl
Telefoonnr. 058 257 66 79
Onderwerp: Integrale wijziging Inspraakverordening
Te nemen besluit:
Vaststellen van bijgevoegde Inspraakverordening en de daarbij behorende toelichting;
Een en ander onder gelijktijdige intrekking van de Inspraakverordening d.d. 1 december
2005 (gewijzigd bij raadsbesluit van 28 mei 2009).
Korte inhoud:
Voortschrijdende inzichten, alsmede de praktische uitvoerbaarheid en administratieve
lastenvermindering hebben ertoe geleid dat een integrale wijziging van de
Inspraakverordening nodig is.
Inleiding:
De huidige Inspraakverordening dateert van 1 december 2005. Bij raadsbesluit van 28 mei
2009 is artikel 2 van de Inspraakverordening gewijzigd naar aanleiding van inwerkingtreding
van de nieuwe Wet op de ruimtelijke ordering (hiema: Wro) en het daarbij behorende Besluit
ruimtelijke ordering (Bro) per 1 juli 2008. De nieuwe planologische instrumenten zijn toen
opgenomen in de Inspraakverordening. Er is toen onder andere voor gekozen om bij elk
rieuw bestemmingsplan de Inspraakverordening te hanteren. Nu, een jaar later, blijkt dat
hierdoor vooral bij kleine plannetjes de proceduretijd onnodig wordt verlengd.
Het voor de wettelijk verplichte zienswijzenprocedure blijven toepassen van een
inspraakprocedure brengt bij kleine plannen (met weirig ruimtelijke impact) extra tijd,
middelen en administratieve lasten met zich mee. Ook voor burgers is het verwarrend dat ze
bij kleine plannen twee keer een (veelal dezelfde) reactie moeten indienen.
Voortschrijdende inzichten, alsmede de praktische uitvoerbaarheid van de
Inspraakverordening nopen daarom ook tot een nieuwe wijziging van de verordening.
Voorgesteld wordt de Inspraakverordening integraal te wijzigen waarbij de huidige
Inspraakverordening d.d. 1 december 2005, gewijzigd bij besluit van 28 mei 2009, wordt
ingetrokken.
Argumenten:
Allereerst dient opgemerkt te worden dat inspraak ten aanzien van ruimtelijke plannen al
sinds 2004 geen wettelijke verplichting meer is. Het bevoegde bestuursorgaan kan ten aanzien
van eigen bevoegdheden bepalen of inspraak wordt verleend. De nieuwe Wro kent een aantal
nieuwe instrumenten waarvoor het noodzakelijk is om te bepalen of hier inspraak op van
toepassing wordt verklaard. Daamaast is een van de doelen van de Wro dat de wettelijke
proceduretijd voor een bestemmingsplan aanzienlijk wordt verkort. Daarbij is dan de vraag