GEMEENTE
LEEUWARDERADEEL
De raad van de gemeente Leeuwarderadeel;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 18 mei 2010;
gelet op artikel 150 van de Gemeentewet
besluit vast te stellen de:
Verordening inzake de wijze waarop ingezetenen en belanghebbenden bij de
voorbereiding van gemeentelijk beleid worden betrokken (Inspraakverordening).
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
De verordening verstaat onder:
a. inspraak: het betrekken van ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding van
gemeentelijk beleid;
b. inspraakprocedure: de wijze waarop de inspraak gestalte wordt gegeven;
c. beleidsvoomemen: het voomemen van het bestuursorgaan tot het vaststellen of
wijzigen van beleid.
d. ruimtelijke plannen: plannen die vallen onder de Wet ruimtelijke ordening en als
ontwerp gedurende een periode van zes weken ter inzage worden gelegd.
Artikel 2 Onderwerp van inspraak
1Elk bestuursorgaan besluit ten aanzien van zijn eigen bevoegdheden of inspraak wordt
verleend bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid;
2. Inspraak wordt altijd verleend indien de wet daartoe verplicht;
3. Geen inspraak wordt verleend:
a. ten aanzien van ondergeschikte herzieningen van een eerder vastgesteld beleidsvoomemen;
b. indien inspraak bij of krachtens wettelijk voorschrift is uitgesloten;
c. indien sprake is van uitvoering van hogere regelgeving waarbij het bestuursorgaan geen of
nauwelijks beleidsvrijheid heeft;
d. inzake de begroting, de tarieven voor gemeentelijke dienstverlening en belastingen bedoeld
in hoofdstuk XV van de Gemeentewet;
e. indien de uitvoering van een beleidsvoomemen dermate spoedeisend is dat inspraak niet
kan worden afgewacht;
f. indien het belang van inspraak niet opweegt tegen het belang van de verantwoordelijkheid
van de gemeente voor kwetsbare groepen in de samenleving;
g. ten aanzien van partiele bestemmingsplanherzieningen op grond van artikel 3.8 Wro, tenzij
het herzieningen betreffen die een grote mimtelijke impact hebben.
h. inzake de voorbereiding van projectbesluiten op grond van artikel 3.10 Wro, tenzij het
besluiten betreffen die een grote mimtelijke impact hebben.
i. inzake de voorbereiding van besluiten op grond van artikel 3.6 lid 1 Wro, tenzij het
besluiten betreffen die een grote mimtelijke impact hebben.
j. inzake de voorbereiding van beheersverordeningen op grond van artikel 3.38 Wro, tenzij het
besluiten betreffen die een grote mimtelijke impact hebben.