wethouders een door aan het water geplaatst bord kenbaar gemaakte beperkingen
hebben vastgesteld, gebruik te maken in strijd met bepalingen, door dat college aan die
beperking verbonden.
2. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het in het eerste lid
vervatte verbod.
Artikel 12
Innemen ligplaats of varem
De schipper, eigenaar of gebruiker van een vaartuig, die in de gemeente ligplaats inneemt of
vaart is verplicht zich hierbij te gedragen naar de aanwijzingen van de met het toezicht op de
bij de gemeente in beheer of onderhoud zijnde vaart, haven, kade wal of beschoeiing belaste
ambtenaar.
Artikel 13
Procedure met betrekking tot de aamwijzimg van ligoevers
1Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ligoevers aan te wijzen als bedoeld in
artikel 2 lid 2 sub a.
2. Bij de aanwijzing kan worden bepaald dat deze slechts gedurende een bepaalde
periode van kracht is en/of slechts voor een of meer categorieen vaartuigen zal gelden.
3Burgemeester en wethouders winnen, alvorens tot ter inzagelegging als bedoeld in lid
4 over te gaan; het advies in van, zoveel mogelijk, de publiekrechtelijke beheerder(s)
van de betrokken oever(s) en het (de) betrokken water(en).
4. Op de voorbereiding van een besluit als bedoeld in het eerste lid is de in afdeling 3.4
van de Awb geregelde procedure van toepassing.
5. In de aanwijzing zelf wordt het tijdstip bepaald waarop zij in werking treedt.
Artikel 13a
Procedure met betrekking tot het aanwljzem van oevers van erven van wonmgen, waar
het verboden is ligplaats in te nemen.
1Burgemeester en wethouders zijn bevoegd oevers van erven van woningen aan te
wijzen als bedoeld in artikel 2 lid 2 sub c, waar het verboden is ligplaats in te nemen.
2. Ten aanzien van het gebruik van de in lid 1 bedoelde bevoegdheid zijn de leden 2 tot
en met 5 van artikel 13 van overeenkomstige toepassing
Artikel 14
Procedure met betrekking tot de aanwijzing van oevers en/of wateren waar het
ver^boden is aan te leggen, te ankeren of te varen
1Burgemeester en wethouders zijn bevoegd oevers en/of wateren aan te wijzen als
bedoeld in artikel 3, artikel 5 en artikel 6, waar het verboden is aan te leggen, te
ankeren of te varen.
2. Ten aanzien van het gebruik van de in lid 1 bedoelde bevoegdheid zijn de leden 2 t/m
5 van artikel 13 van overeenkomstige toepassing.
Artikel 15
Strafbepalifflg
Overtreding van een in deze verordening neergelegde verbodsbepaling wordt bestraft met een
hechtenis van ten hoogste twee maanden of een geldboete van de tweede categorie.
Artikel 16
Toezicht op de nalevfng van de verordening