Artikel 5:5 Voertuigwrakken
1Het is verboden een voertuig dat rijtechnisch in onvoldoende staat van onderhoud en
tevens in een kennelijk verwaarloosde toestand verkeert op de weg te parkeren.
2. Het verbod geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door
de Wet milieubeheer.
Artikel 5.6 Kampeermiddelen e.a.
1Het is verboden een voertuig dat voor recreatie of anderszins voor andere dan
verkeersdoeleinden wordt gebruikt langer dan drie werkdagen achtereen te doen of te
laten staan op wegen, waaronder mede wordt begrepen openbare parkeerterreinen.
2. Het college kan ontheffing verlenen van het in het eerste lid gestelde verbod.
3. Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voorzover in het daarin geregelde
onderwerp wordt voorzien door het Provinciaal wegenreglement of de Provinciale
landschapsverordening.
Artikel 5.7 Parkeren van reclamevoertuigen
1Het is verboden een voertuig dat is voorzien van een aanduiding van handelsreclame,
op de weg te parkeren met het kennelijk doel om daarmee handelsreclame te maken.
2. Het college kan van dit verbod ontheffing verlenen.
Artikel 5.8 Parkeren van grote voertuigen
1Het is verboden een voertuig dat, met inbegrip van de lading, een lengte heeft van
meer dan 6 meter of een hoogte van meer dan 2,4 meter te parkeren op wegen of
terreinen binnen de bebouwde kom van Stiens, anders dan op het parkeerterrein aan
de Truerderdyk, tegenover de perceelsnrs. 9 en 11 en overige door het college in de
gemeente aan te wijzen gebieden.
2. Het verbod geldt niet op werkdagen van maandag tot en met vrijdag, dagelijks van
08.00 tot 18.00 uur.
3. Het college kan van dit verbod ontheffing verlenen.
Artikel 5.9 Parkeren van uitzichtbelemmerende voertuigen
1Het is verboden een voertuig dat, met inbegrip van lading, een lengte heeft van meer
dan 6 meter of een hoogte van meer dan 2,4 meter, op de weg te parkeren bij een voor
bewoning of ander dagelijks gebruik bestemd gebouw op zodanige wijze dat daardoor
het uitzicht van bewoners of gebruikers vanuit dat gebouw op hinderlijke wijze wordt
belemmerd of hun anderszins hinder of overlast wordt aangedaan.
2. Dit verbod geldt niet gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt voor het
uitvoeren van werkzaamheden waarvoor de aanwezigheid van het voertuig ter plaatse
noodzakelijk is.
31