Afdeling 5 Openbaar water
Artikel 5.19 Voorwerpen op, in of boven openbaar water
1Het is in verband met de veiligheid op het openbaar water verboden een voorwerp,
niet zijnde een vaartuig, op, in of boven openbaar water te plaatsen, aan te brengen of
te hebben, indien dit door zijn omvang of vormgeving, constructie of plaats van
bevestiging gevaar oplevert voor de bruikbaarheid van het openbaar water of voor het
doelmatig en veilig gebruik daarvan, dan wel een belemmering vormt voor het
doelmatig beheer en onderhoud van het openbaar water.
2. Degene die voomemens is een steiger, een meerpaal of een ander voorwerp met een
permanent karakter op, in of boven openbaar water te plaatsen, doet daarvan uiterlijk
twee weken tevoren een melding aan het college.
3. De melding bevat in ieder geval naam, adres en contactgegevens van de melder, en
een beschrijving van de aard en omvang van het voorwerp.
4. Het verbod in het eerste lid geldt niet voorzover in de daarin geregelde onderwerpen
wordt voorzien door het Wetboek van Straffecht, de Scheepvaartverkeerswet, het
Binnenvaartpolitiereglement, de Wet beheer rijkswaterstaatswerken, de Provinciale
vaarwegenverordening, de Telecommunicatiewet of de daarop gebaseerde
T elecommunicatieverordening.
Artikel 5.20 Beschadigen van waterstaatswerken en oevers
1Het is verboden schade toe te brengen aan of veranderingen aan te brengen in de
toestand van bij de gemeente in beheer zijnde vaarten, havens, dijken, wallen,
kaden, trekpaden, beschoeiingen, oeverbegroeiing, bruggen, zetten, duikers,
pompen, waterleidingen, gordingen, aanlegpalen, stootpalen, bakens of sluizen.
2. Het in het eerste lid bepaalde geldt niet voor zover artikel 350 Wetboek van
Straffecht van toepassing is.
Artikel 5.21 Reddingsmiddelen
Het is verboden een voor het redden van drenkelingen bestemd en daartoe bij het water
aangebracht voorwerp te gebruiken voor een ander doel, dan wel voor dadelijk gebruik
ongeschikt te maken.
Artikel 5.22 Veiligheid op het water
1Het is aan een ieder die zich als bader of zwemmer in het openbaar water
ophoudt, verboden zich zodanig te gedragen dat het scheepvaartverkeer daarvan
hinder of gevaar kan ondervinden.
2. Het in het eerste lid bepaalde geldt niet voorzover in het daarin geregelde
onderwerp wordt voorzien door de Wet beheer rij ks waterstaatswerken, of het
Provinciaal reglement op de wateren in de provincie Fryslan.
35