ontheffingen kan de in het eerste lid genoemde termijn worden verlengd tot ten
hoogste acht weken
Artikel 1.4 Voorschriften en beperkingen
1Aan een vergunning of ontheffing kunnen voorschriften en beperkingen worden
verbonden. Deze voorschriften en beperkingen strekken slechts tot bescherming van
het belang of de belangen in verband waarmee de vergunning of ontheffing is vereist.
2. Degene aan wie een vergunning of ontheffing is verleend, is verplicht de daaraan
verbonden voorschriften en beperkingen na te komen.
Artikel 1.5 Persoonlijk karakter van vergunning of ontheffing
De vergunning of ontheffing is persoonsgebonden, tenzij bij of krachtens deze verordening
anders is bepaald of de aard van de vergunning zich daartegen verzet.
Artikel 1.6 Intrekking of wijziging van vergunning of ontheffing
De vergunning of ontheffing kan worden ingetrokken of gewijzigd:
a. indien ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt;
b. indien op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden
na het verlenen van de vergunning of ontheffing, moet worden aangenomen dat
intrekking of wijziging wordt gevorderd door het belang of de belangen ter
bescherming waarvan de vergunning of ontheffing is vereist;
c. indien de aan de vergunning of ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen
niet zijn of worden nagekomen;
d. indien van de vergunning of ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin
gestelde termijn dan wel, bij gebreke van een dergelijke termijn, binnen een redelijke
termijn;
e. indien de houder dit verzoekt.
Artikel 1.7 Termijnen
De vergunning of ontheffing geldt voor onbepaalde tijd, tenzij bij de vergunning of ont
heffing anders is bepaald of de aard van de vergunning of ontheffing zich daartegen verzet.
Artikel 1.8 Weigeringsgronden
De vergunning of ontheffing kan door het bevoegd gezag of het bevoegde bestuursorgaan
worden geweigerd in het belang van:
a. de openbare orde;
b. de openbare veiligheid;
c. de volksgezondheid;
d. de bescherming van het milieu.