Artikel 2.3 (Omgevingsvergunning) voor het aanleggen, beschadigen en veranderen van
een weg
1Het is verboden zonder of in afwijking van een vergunning van het college een weg aan te
leggen, de verharding daarvan op te breken, in een weg te graven of te spitten, aard of breedte
van de wegverharding te veranderen of anderszins verandering te brengen in de wijze van
aanleg van een weg.
2. Het verbod in het eerste lid geldt niet voor overheden bij het uitvoeren van hun publieke
taak.
3De vergunning wordt verleend
a. als omgevingsvergunning door het bevoegd gezag, indien de activiteiten zijn verboden bij
een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit;
b. door het college in de overige gevallen.
Artikel 2.4 Omgevingsvergunning voor het maken en veranderen van een uitweg
1Het is verboden zonder omgevingsvergunning van het bevoegd gezag:
a. een uitweg te maken naar de weg;
b. van de weg gebruik te maken voor het hebben van een uitweg;
c. verandering te brengen in een bestaande uitweg naar de weg.
2. Voor de toepassing van het eerste lid wordt onder weg verstaan wat artikel 1 van de
Wegenverkeerswet 1994 daaronder verstaat.
3. Een omgevingsvergunning als bedoeld in het eerste lid kan worden geweigerd in het
belang van:
a. de bruikbaarheid van de weg;
b. het veilig en doelmatig gebruik van de weg;
c. de bescherming van het uiterlijk aanzien van de omgeving;
d. de bescherming van groenvoorzieningen in de gemeente.
4. Het bepaalde in het eerste lid geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp
wordt voorzien door de Wet beheer Rijkswaterstaatswerken, artikel 5 van de
Wegenverkeerswet 1994, de Waterschapskeur of het Provinciaal wegenreglement.
Afdeling 3 Veiligheid op de weg
Artikel 2.5 Hinderlijke beplanting of voorwerp (vervallen)
Artikel 2.6 Gevaarlijk of hinderlijk voorwerp (vervallen)
Artikel 2.7 Vallende voorwerpen
Het is verboden aan een weg of aan enig deel van een bouwwerk een voorwerp te hebben dat
niet deugdelijk beveiligd is tegen neervallen op de weg.
Artikel 2.8 Voorzieningen voor verkeer en verlichting
1De rechthebbende op een bouwwerk is verplicht toe te laten dat op of aan dat
bouwwerk, vanwege en overeenkomstig de aanwijzingen van het college, voorwerpen,
10