borden of voorzieningen ten behoeve van het openbaar verkeer of de openbare verlichting worden aangebracht, onderhouden, gewijzigd of verwijderd. 2. Het college maakt van tevoren aan de rechthebbende als bedoeld in het eerste lid zijn besluit bekend over te gaan tot het doen aanbrengen of wijzigen van een voorwerp, bord of voorziening als bedoeld in het eerste lid. 3. Het in het eerste lid bepaalde geldt niet voor zover in hei daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de Waterstaatsvet 1900, de Onteigeningswet, of de Belemmeringenwet Privaatrecht. Artikel 2.9 Veiligheid op het ijs 1Het is verboden: a. voor het publiek toegankelijke ijsvlakten te beschadigen, te verontreinigen, te versperren of het verkeer daarop op enige andere wijze te belemmeren of in gevaar te brengen; b. bakens of andere voorwerpen ten behoeve van de veiligheid geplaatst op de onder a bedoelde ijsvlakten, te verplaatsen, weg te nemen, te beschadigen of op enige andere wijze het gebruik daarvan te verijdelen of te belemmeren. 2. Het in het eerste lid bepaalde geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht of het Provinciaal Waterreglement Fryslan. Afdeling 4 Toezicht op evenementen Artikel 2.10 Evenementen 1. In dit artikel wordt onder evenement verstaan: elke voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak, met uitzondering van: a. bioscoopvoorstellingen; b. markten als bedoeld in artikel 160, eerste lid, onder h, van de Gemeentewet; c. kansspelen als bedoeld in de Wet op de kansspelen; d. het in een inrichting in de zin van de Drank- en Horecawet gelegenheid geven tot dansen; e. betogingen, samenkomsten en vergaderingen als bedoeld in de Wet openbare manifestaties; 2. Onder evenement wordt mede verstaan: a. een braderie; b. een optocht, niet zijnde een betoging als bedoeld in de Wet openbare manifestaties; c. een feest of wedstrijd op of aan de weg. d. het geven van een vertoning voor publiek e. het op enige wijze voor publiek muziek ten gehore te brengen 3. Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester een evenement te organiseren. 4. Het verbod in het derde lid geldt niet voor: a. de plaatselijk gebruikelijke dorpsfeesten en kermissen; b. evenementen die plaatsvinden in een horecabedrijf als bedoeld in artikel 2.11; c. evenementen die naar verwachting minder dan 250 bezoekers trekken en worden gehouden op een plaats (gebouw of terrein) die kennelijk niet blijvend voor een zodanige gebeurtenis is ingericht, mits de organisator van zo'n evenement de burgemeester ten minste vier weken voor aanvang van het evenement hiervan in kennis heeft gesteld. De burgemeester kan een foimulier vaststellen voor het doen 11

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 2010 | | pagina 82