5. Voor wat betreft de onregelmatigheidstoelage wordt na de overgangsdatum de CAO ge volgd voor zover (een deel van) deze toelage niet als looncomponent wordt aangemerkt (maar als tijd voor tijd regeling). Het eventueel aan te merken looncomponent van deze toe lage wordt als vast bestanddeel van het brutoloon aangemerkt en afgebouwd in drie jaren. (jaar 1100%, jaar 2: 80%, jaar 3: 60%). 6. Voor wat betreft de individuele berekening van de garanties zoals verwoord in artikel 6.5 wordt het gemiddelde van de ORT-toelace over de laatste twee jaren genomen. 7. Indien de arbeidsovereenkomst op verzoek van de medewerker op enig tijdstip een kleiner aantal uren gaat omvatten dan bij de overgangsdatum, dan wordt de aanspraak als bedoeld onder de twee direct voorgaande leden van dit artikel, naar rato van dit kleiner aantal uren berekend. 8. Medewerkers die bepaalde functiegebonden onkostenvergoedingen ontvangen of aanvul- lende arbeidsrechtelijke afspraken hebben, zoals bijvoorbeeld de telefoonvergoeding en in- convenienten regeling, zullen deze behouden. 9. Voor wat betreft de ambtsjubilea worden opgebouwde rechten door de BV overgenomen en gehonoreerd op de data zoals genoemd in bijlage 3. 10. Indien een medewerker wordt ontslagen, heeft hij/zij recht op een bovenwettelijke WW- uitkering zoals en zolang die geldt in de Arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente Leeuwarderadeel. Het recht op de bovenwettelijke WW-uitkering gaat in op de dag van ont- slag. Het wettelijk kader en de (toekomstige) wijzigingen daarop bij Koninklijk Besluit van 4 juli 1989, houdende vaststelling van een regeling betreffende het recht op aanspraken bij werkloosheid van rijkspersoneel in geval van privatisering is van toepassing tot het moment van intrekking van dit besluit. 11De nieuwe werkgever garandeert de toegezegde en schriftelijk vastgestelde salarisaan- spraken, waaronder ook de salarisperspectieven als bedoeld in dit artikel, op het moment van de overgang. Artikel 7. Dienstjaren 1Wanneer bij de uitvoering van de CAO moet worden uitgegaan van het aantal dienstjaren, worden voor de medewerker meegeteld alle dienstjaren welke gelden in de functie bij de nieuwe werkgever It Gryn en de huidige werkgever de gemeente. De jaren voor 2011 tellen mee bij alle aan dienstjaren gekoppelde bepalingen in de CAO. Artikel 8. Werktijd, Vakantie, verlof 1De inroostering van de medewerkers zal conform de huidige systematiek plaatsvinden. 2. It Gryn verplicht zich om de aanspraken op verlofdagen, waarop de medewerker op de da tum van overname nog recht heeft, te honoreren. De bepalingen in de CAO over het opne- men van verlof zijn op dit verlof van toepassing. Voor wat betreft bijzonder verlof, extra ver lof en leeftijdsverlof wordt de CAO gevolgd. Artikel 9 Diverse vergoedingen 1De vergoedingregeling terzake van waarneming, consignatie, afscheid, geboorte, ziekte, griepspuit worden door de nieuwe werkgever op basis van de CAO op dezelfde of gelijk- waardige wijze overgenomen. 2. De vergoedingen voor EHBO/BHV worden in het kader van de netto=netto garantie mee- genomen. 3. Bij overgang zullen eventuele individueel schriftelijk overeengekomen arbeidsvoorwaardelij- ke regelingen worden gei'nventariseerd. Medewerkers zullen deze regelingen behouden. Artikel 10 Onregelmatigheidstoeslag (ORT) en overwerk De medewerkers kunnen volgens de huidige CAR/UWO geen rechten doen gelden op het ver- vullen van diensten waarvoor ORT van toepassing is. Een geleidelijke afbouw naar de regelge- ving volgens CAO wordt evenwel ingevoerd. Gedurende de afbouw van drie jaren zal de ORT tijd voor tijd bepaling uit de CAO niet van toepassing zijn. Artikel 11 Vakantie, feestdagen en extra verlof De CAO zal worden gevolgd. Het aantal bij CAO vastgestelde regeling vakantiedagen is gunsti- ger dan volgens CAR/UWO. Dit voordeel wordt als voldoende compensatie aangemerkt voor een licht nadeel volgens CAO ter zake van feestdagen en extra verlof. Grontmij Marfetplan Bijlage 5: Sociaal Plan Venzelfstandiging Sportcomplex It Gryn (Vervolg 3) 13/99100015/AR

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 2010 | | pagina 103