De Dienst moet op basis van de uitgangspunten als vermeld in het tweejaren perspectief ongeveer 1.4
miljoen uit de algemene reserve WWB onttrekken. Dit is iets hoger dan in de initiele begroting 2010.
Deze reserve is hiervoor echter niet toereikend. Het bestuur heeft daarom be'-'oten een gedeelte van de
reserve vorderingen WWB hiervoor te herbestemmen.
Programme! Minimaregelingen:
Deze valt lager uit dan de initiele begroting als gevolg van een eerder ingezette versobering van o.a.
Langdurigheidstoeslag en minimabeleid "Meedoen met de samenleving".
Programme/ Vooi~ieningen:
Het programme Voorzieningen is dit jaar van onderen op opgezet. De analyses zijn verder
aangescherpt op basis van de detailinformatie zoals die in de loop van 2009 is gedefimeerd en
gevolgd. Hierdoor zien we verschillen optreden ten opzichte van de initiele begroting 2010. Deze
verschillen zijn te verklaren door enerzijds beter inzicht en anderzijds door autonome mvloeden.
Huishoudelijke voorziening is gestegen als gevolg van een lichte stijging clientenaantal alsook door
een flinke tariefstijging na de nieuwe aanbesteding; die het gevolg was van een wetswijziging.
De vervoersvoorzieningen zijn juist flink gedaald ten opzichte van de initiele begroting. Dit is direct
gevolg van een lagere begrote woonvoorziening (dit geeft tevens een reeel risico). en anderzijds beter
inzicht in de gegevens zoals die rondom vervoersvoorzieningen spelen.
Op totaal niveau zien we een licht positieve daling ten opzichte van de initiele begroting 2010.
3. Inzet reserve WWB en weerstandvermogen van de Dienst
Bij de invoering van de WWB is de reserve vorderingen WWB in het leven geroepen. Deze is destijds
gevormd uit de opbrengsten van de overdracht van de vorderingen van het Rijk naar de Dienst. De
afgelopen tijd is nut en noodzaak van deze reserve heroverwogen. In 2010 zou de directie hiertoe een
voorstel doen aan het bestuur. Bij het herbestemmeh spelen twee overwegmgen een rol. Ailereerst
heeft de Dienst een bepaalde omvang van het weerstandsvermogen nodig om met begrote kosten te
lcunnen dekken en risico's van materiele betekenis op te vangen (zie pagina 30 en 31). Daamaast is
wenselijk een deel van de reserve in liquide vorm aan te houden om aan de betalingsverphchtingen te
kunnen voldoen zonder hiervoor geld te hoeven lenen.
Op basis van hiervan heeft het bestuur besloten om de reserve WWB voor 50% te herbestemmen aan
de reserve WWB ler opvang van de niel begrote kosten voor uitkeringen 2010 en deels 2011 en 50%
aan de reserve uitvoeringslasten ter opvang van de risico's rond WW, friclie en investeringen in het
leader van de ombuigingen 2011 en 2012 en liquiditeitsbehoefte.
4. Begroting 2011
a. Met het bestuur zijn afspraken gemaakt rond de effectieve inzet van middelen voor programma
Participatie
b Met bestuur heeft besloten om onderlmge verrekening van overschotten op het Parncipatiebudget
met lekorten tussen de acht gemeenten toe te staan. Dit voorkoml it voorkomende gevallen dal de
4
