Toelichtiiag op de BramdfoeveMgingsverordemmg 2010
Algemeen
De wetgever kondigt in de Wet veiligheidsregio's en de aanpassing daarop in artikel 3, derde
lid, een algemene maatregel van bestuur aan over het brandveilig gebruik van voor mensen
toegankelijke ruimten, niet zijnde bouwwerken. Deze amvb neemt als het ware de plaats in
van de brandbeveiligingsverordening (TK, vergadeijaar 2008-2009, 31 968, nr. 8, p.7). Naar
verwachting treedt deze amvb pas medio 2011 werking. Tot die tijd zal op de grond van de
Wet veiligheidsregio's in elke gemeente een brandbeveiligingsverordening van kracht moeten
zijn.
Als gevolg van de inwerkingtreding van de Wet veiligheidsregio's, het niet beschikbaar zijn
van de hiervoor bedoelde amvb en het ontbreken van relevant overgangsrecht in de Wet
veiligheidsregio's zal de raad een nieuwe brandbeveiligingsverordening moeten vaststellen.
De bestaande brandbeveiligingsverordening vervalt namelijk van rechtswege bij de
inwerkingtreding van de Wet veiligheidsregio's.
De voorliggende modelregeling is, gezien het tijdelijk karakter (tot de inwerkingtreding van
de amvb) terughoudend van aard.
De regeling is aangepast aan de Wet veiligheidsregio's en de Dienstenrichtlijn.
Brandbeveiligingsverordening is vangnet
De brandbeveiligingsverordening mag niet regelen voor zover daarin bij of krachtens enig
ander (hoger) wettelijk voorschrift is voorzien. Hierop moet bij het stellen van regels
nauwlettend worden toegezien. Feitelijk moet de gemeente zich telkens weer afvragen in
hoeverre een wettelijk voorschrift al voorziet of mede (indirect) voorziet in de brandveiligheid
die in de Wet veiligheidsregio's als opdacht aan het college is gegeven. In zo'n geval gaat dat
wettelijk voorschrift voor op de brandbeveiligingsverordening. Met andere woorden: de
brandbeveiligingsverordening is een vangnet voor brandveiligheidvoorzieningen die
noodzakelijk zijn maar waarvoor geen wettelijke basis voorhanden is. Voordat een gemeente
op basis van de brandbeveiligingsverordening eisen kan stellen moet er onderzoek
plaatsvinden naar wettelijke voorschriften die mogelijk van toepassing zouden kunnen zijn en
van rechtswege voorrang hebben. In de dagelijkse praktijk zijn er natuurlijk een aantal
standaard gevallen waarbij van tevoren duidelijk is hoe zaken liggen.
Onderwerp van de regeling: objecten die geen bouwwerk zijn
De brandbeveiligingsverordening is een vangnet, een restregelgeving, zij regelt de
brandveiligheid die niet op een andere manier wettelijk is geregeld. Dit is weliswaar een
beperking, maar wel van een onbepaald onderwerp. Bij het gebruiksvergunningensysteem van
de brandbeveiligingsverordening gaat het namelijk om objecten die geen bouwwerken zijn:
'niet-bouwwerken'. Het kan gaan om bijvoorbeeld een los met de wal verbonden drijvend
hotel, een drijvende discotheek of een tijdelijke tent. Het onderwerp is vooraf niet te bepalen.
De omschrijving in de Wet veiligheidsregio's zelf kent een beperking van doel, n.l.
brandveiligheid, maar (behalve door andere wettelijke voorschriften) geen beperking van
object. De omschrijving is van toepassing op de gehele omgeving.
Voor een dergelijk object is het vanwege het feit dat niet van tevoren duidelijk is waarom het
gaat, moeilijk concrete regels te maken. Veel objecten lijken echter op bekende bouwwerken.
Overeenkomstig daaraan kunnen eisen worden gesteld, afhankelijk van de specifieke situatie.