2. In afwijking in zoverre van het eerste lid wordt, indien de gemeente een vergunmng heeft
verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de
openbare dienst bestemde gemeentegrond, degene aan wie de vergunning is verleend of
diens rechtsopvolger aangemerkt als degene bedoeld in het eerste lid, tenzij blijkt dat hij
niet het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde
gemeentegrond heeft.
Artikel 4 VjjjsteUmgen
De precariobelasting wordt niet geheven ter zake van het hebben van:
a. voorwerpen, indien de gemeente ter zake van het gebruik van de voor de openbare dienst
bestemde gemeentegrond waarop het voorwerp of de voorwerpen zich bevinden een recht
heft op grond van artikel 229, eerste lid, onderdeel a, van de Gemeentewet, dan wel een
privaatrechtelijke vergoeding is overeengekomen;
b. voorwerpen, waarvan de gemeente genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt
recht is, met uitzondering van voorwerpen die in gebruik zijn bij een derde;
c. voorwerpen, waarbij gebruik plaats heeft krachtens huurovereenkomst.
Artikel 5 Maatstaf van hefting en belastingtarief
De precariobelasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij
deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overigens in deze
verordening bepaalde.
Artikel 6 Berekening van de precariobelasting
1. Voor de berekening van de precariobelasting worden gedeelten van een jaar, kwartaal,
maand week, dag, lengte- of oppervlaktemaat als een voile eenheid aangemerkt.
2. Indien een tarief per oppervlakte is vastgesteld, wordt de precariobelasting berekend naar
de oppervlakte van de horizontale projectie van de voorwerpen, tenzij anders is bepaald.
3. De oppervlakte van andere dan rechthoekige voorwerpen wordt gesteld op het product van
de twee aangrenzende zijden van een om het voorwerp geplaatste denkbeeldige rechthoek.
4. Indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de
voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, wordt
voor de berekening van de precariobelasting aangesloten bij de geldigheidsduur van die
vergunning, tenzij blijkt dat het belastbaar feit zich gedurende een kortere periode heeft
voorgedaan. In dat geval bestaat aanspraak op ontheffmg, waarbij het vijfde lid van
overeenkomstige toepassing is.
5. Indien in artikel 7 voor een voorwerp tarieven voor verschillende tijdseenheden zijn
opgenomen, wordt de precariobelasting berekend op de voor de belastingplichtige meest
voordelige wijze.