Rekenkameronderzoek financiele soliditeit Middelsee-gemeenten
3 Waar is informatie over de financiele positie te vinden?
De belangrijkste informatie over de gemeentelijke financiele positie hoort in de gemeentelijke jaarstukken
te zijn opgenomen. De jaarstukken moeten immers een getrouw beeld geven. Daarnaast kunnen nog een
enkele andere documenten van belang zijn. In dit hoofdstuk is aangegeven op welke plek informatie over
de financiele positie in de jaarstukken hoort te staan. Het gaat daarbij zowel om financiele als inhoudelijke
informatie.
3.1 Hoe zijn de gemeentelijke jaarstukken opgebouwd?
De wetgever heeft in hoofdstuk IV van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) aangegeven wat er
in de gemeentelijke jaarstukken moet worden opgenomen.
In artikel 24 (zie kader) staat de hoofdindeling. Er is sprake
van een inhoudelijk deel (het jaarverslag) en een financieel
deel (de jaarrekening).
De programmaverantwoording in het jaarverslag gaat
vooral over de inhoudelijke beleidsresultaten ontwikkelingen
en de baten en lasten per programma. Hier wordt ingegaan
op de zogenaamde 3 W-vragen: Wat hebben we gedaan?
Wat hebben we bereikt? En wat heeft het gekost? Deze
programmaverantwoording heeft vaak in de gemeenteraad
de meeste aandacht. De financiele positie van de gemeente
komt daar echter niet of nauwelijks in voor. In de paragrafen
kan wel informatie over de financiele positie worden
gevonden. Hierbij moet met name gedacht worden aan de
paragraaf Weerstandsvermogen, de paragraaf Financiering en de paragraaf Grondbeleid.
De gemeentelijke jaarrekening (zie kader, onderdeel 3) kent veel overeenkomsten met de jaarrekening uit
het bedrijfsleven. De programmarekening (zie kader, onderdeel 3a) is vergelijkbaar met de winst- en
verliesrekening uit het bedrijfsleven en verder is er ook een balans (zie kader, onderdeel 3b).
Het BBV schrijft expliciet voor dat de programmarekening en de balans moeten worden voorzien van een
toelichting. In de artikelen 25 t/m 58 van het BBV staat aangegeven welke onderdelen de
programmarekening en balans moeten bevatten. Over het algemeen volgen gemeenten de
voorgeschreven indeling. De accountant controleert dat.
In de programmarekening leggen gemeenten per programma verantwoording af over de baten en lasten
in het boekjaar. Dit onderdeel heeft in de gemeentelijke jaarrekening altijd de meeste aandacht, ook
omdat het aansluit bij de inhoudelijke programmaverantwoording in het jaarverslag.
De balans in de jaarrekening geeft informatie over de financiele positie van een gemeente op een
bepaald moment. In de jaarrekening wordt zowel de beginstand per 1 januari als de eindstand per 31
december gepresenteerd met een nadere specificatie van de ontwikkelingen gedurende het boekjaar.
In de balans staan de bezittingen (activa) en de schulden (passiva) van de gemeente opgesomd. Er is
altijd sprake van een evenwicht tussen de bezittingen en de schulden. Vandaar de naam "balans".
Artikel 24 BBV
1.
De jaarstukken bestaan ten minste uit:
a. het jaarverslag;
b. de jaarrekening.
2.
Het jaarverslag bestaat ten minste uit:
a. de programmaverantwoording;
b. de paragrafen.
3.
De jaarrekening bestaat uit:
a. de programmarekening en de toelichting;
b. de balans en de toelichting;
c. de bijlage met de verantwoordings-
informatie over specifieke uitkeringen
10 van 36