Afwegingscriteria bij prioritering door het college
Het college stelt ingevolge artikel 3, lid 2 van de Subsidieverordening Leeuwarderadeel voor
incidentele subsidies jaarlijks een subsidieplafond vast, waarin de verdeelsleutel van het
budget en de prioritering van de projecten door het college worden bepaald volgens de
volgende criteria:
De uitvoeringsgereedheid van een project (vergunningen, financiering,
organisatie);
Mogelijke deadlines vanuit andere programma's;
De mate van output;
Het maatschappelijke effect;
Financiele beslag op het fonds.
Met de uitvoeringsgereedheid wordt bedoeld, dat een project daadwerkelijk op
redelijk korte termijn kan worden uitgevoerd. Zo niet, dan kan tot het doorschuiven
van het project naar een volgend werkjaar worden besloten.
Andere deadlines kunnen ook van groot belang zijn bij de vaststelling van de
volgorde van toekenning. Het kan zelfs leiden tot de situatie dat andere bronnen van
cofinanciering wegvallen. Vandaar dat ook dit punt meeweegt.
De mate van output heeft te maken met de vraag, welk project het beste past bij de
doelstelling en het uiteindelijke resultaat van de subsidieprogramma's. Anders
gezegd, het ene project kan een hoger 'leefbaarheidgehalte' hebben dan een ander
project.
Het maatschappelijk effect heeft te maken met het draagvlak en de reikwijdte van het
project. Zo zal een project waaraan meer deelprojecten of (gemeentelijke) werken
gekoppeld zijn, al snel een groter maatschappelijk effect hebben dan een eenzijdig
project.
Tot slot kan meespelen het financiele beslag dat een project doet op het fonds.
Wanneer het bijvoorbeeld om een groot project gaat dat beslag legt op het gehele
bedrag, dan kan worden besloten om de cofinanciering (deels) anders te regelen, het
project door te schuiven dan wel de aanvraag voor het project af te wijzen en op te
delen in kleinere projecten. Bovenstaande criteria voor de prioritering zijn
opgenomen in de Beleidsregels Dorpenfonds
Subsidieplafond 2011
Het subsidieplafond voor het jaar 2011 is €6000. De raad heeft besloten om dit bedrag in
2011 beschikbaar te stellen voor het opzetten van het Dorpenfonds.
Koppeling met de Kadersubsidieverordening pMJP provincie Fryslan
2009en de subsidieverordening pMJP provincie Fryslan 2009
Een belangrijke voorwaarde voor toekenning van subsidie vanuit het Dorpenfonds is dat er
sprake moet zijn van cofinanciering. In vele gevallen zal het gaan om subsidies uit de
plattelandsprogramma's van de provincie, het rijk en Europa. Dit heeft tot gevolg dat
aanvragen voor het Dorpenfonds ook moeten voldoen aan de criteria en voorwaarden van die
regelingen. Met name daarbij is bepalend de Kadersubsidieverordening pMJP provincie
Fryslan 2009 en de Subsidieverordening pMJP provincie Fryslan 2009.
Vrijwel alle subsidies van de provincie, het rijk en de EU die beschikbaar zijn voor de
ontwikkeling en de leefbaarheid van het platteland lopen via de provincie en vallen daardoor
onder het regiem van provinciale verordeningen. Daarom worden de aanvragen voor het
Dorpenfonds zoveel mogelijk in samenhang met deze regelingen behandeld. Daardoor wordt
4
Gemeente Leeuwarderadeel
versie 12 april 2011