Inleiding
Als gevolg van de wereldwijde economische crisis worden gemeenten geconfronteerd met
enorme tekorten op de begroting. De inkomsten van het Rijk lopen terug, de inkomsten uit
bouwleges dalen en tegelijkertijd stijgen de kosten voor onder andere bijstand en Wmo. Uit
de Programmabegroting 2011 bleek dat het begrotingstekort van Leeuwarderadeel oploopt
tot 7,5 ton in 2014. Om te zorgen dat de meerjarenbegroting 2012-2015 niet met een
begrotingstekort sluit, moet er omgebogen worden. Daarom heeft uw raad vorig jaar bij de
behandeling van de begroting aangegeven een debat over de takendiscussie op te starten.
In januari 2010 heeft de eerste bijeenkomst plaatsgevonden waarin uw raad gebrainstormd
heeft over de taken van de gemeente. Deze voorstellen zijn ambtelijk vertaald in financiele
consequenties. Vervolgens heeft in maart de tweede bijeenkomst plaatsgevonden. Daarin
heeft uw raad aangegeven in welke mate op de onderdelen bezuinigd kon worden. In april
heeft een vervolg op deze bijeenkomst plaatsgevonden en zijn de voorstellen die als input
dienen voor deze Kadernota aan u voorgelegd. Deze Kadernota is het resultaat van dit
proces.
In deze Kadernota laten we zien hoe we de problemen in de komende meerjarenbegroting te
lijf willen gaan. Waar we bezuinigen en waar we extra geld inzetten. Er worden in deze
Kadernota concrete voorstellen gedaan om het begrotingstekort te dichten en daarnaast zijn
er voorstellen voor nieuw beleid en onvermijdelijke uitzettingen van bestaand beleid
opgenomen. Ondanks dat de bezuinigingen van het Rijk meevallen ten opzichte van het
beeld dat we eerder hebben geschetst, zullen de komende jaren niet gemakkelijk worden. Er
zal bezuinigd moeten worden. Veel bezuinigingen zullen de maatschappij treffen en we
zullen vaker een beroep moeten doen op de zelfredzaamheid van de inwoners. Maar het
uitgebreide voorzieningenniveau dat deze gemeente kent, hebben we zoveel mogelijk in
stand weten te houden.
In het volgende hoofdstuk wordt eerst ingegaan op het financieel perspectief. Wat is het
uitgangspunt en welke ontwikkelingen zijn er gaande. Vervolgens worden per programma de
bezuinigingsvoorstellen en de voorstellen voor nieuw beleid en uitzettingen geformuleerd.
2