Artikel 11
Het is verboden:
1a. Met een vaartuig gebruik te maken van een bij de gemeente in beheer en onderhoud
zijnde vaart, haven, kade, wal of beschoeiing, waarvoor burgemeester en wethouders
door een aan het water geplaatst bord kenbaar gemaakt verbod tot het gebruik maken
hebben ingesteld;
b. met een vaartuig van een bij de gemeente in beheer en onderhoud zijnde vaart, haven,
kade, wal of beschoeiing, ten aanzien van het gebruik maken waarvan burgemeester en
wethouders een door aan het water geplaatst bord kenbaar gemaakte beperkingen
hebben vastgesteld, gebruik te maken in strijd met bepalingen, door dat college aan die
beperking verbonden.
2. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het in het eerste lid
vervatte verbod.
Artikel 12
Innemen ligplaats of varen
De schipper, eigenaar of gebruiker van een vaartuig, die in de gemeente ligplaats inneemt of
vaart is verplicht zich hierbij te gedragen naar de aanwijzingen van de met het toezicht op de
bij de gemeente in beheer of onderhoud zijnde vaart, haven, kade wal of beschoeiing belaste
ambtenaar.
Artikel 13
Procedure met betrekking tot de aanwijzing van ligoevers
1Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ligoevers aan te wijzen als bedoeld in
artikel 2 lid 2 sub a.
2. Bij de aanwijzing kan worden bepaald dat deze slechts gedurende een bepaalde
periode van kracht is en/of slechts voor een of meer categorieen vaartuigen zal gelden.
3. Burgemeester en wethouders winnen, alvorens tot ter inzagelegging als bedoeld in lid
4 over te gaan, het advies in van, zoveel mogelijk, de publiekrechtelijke beheerder(s)
van de betrokken oever(s) en het (de) betrokken water(en).
4. Op de voorbereiding van een besluit als bedoeld in het eerste lid is de in afdeling 3.4
van de Awb geregelde procedure van toepassing.
5. In de aanwijzing zelf wordt het tijdstip bepaald waarop zij in werking treedt.
Artikel 14
Procedure met betrekking tot de aanwijzing van oevers en/of wateren waar het
ver_,boden is aan te ieggen, te ankeren of te varen
1Burgemeester en wethouders zijn bevoegd oevers en/of wateren aan te wijzen als
bedoeld in artikel 3, artikel 5 en artikel 6, waar het verboden is aan te leggen, te
ankeren of te varen.
2. Ten aanzien van het gebruik van de in lid 1 bedoelde bevoegdheid zijn de leden 2 t/m
5 van artikel 13 van overeenkomstige toepassing.
Artikel 15
Strafbepaling
Overtreding van een in deze verordening neergelegde verbodsbepaling wordt bestraft met een
hechtenis van ten hoogste twee maanden of een geldboete van de tweede categorie.