(Bouw)plannen die uitwendige veranderingen van niet-ingrijpende aard van bestaande bouwwerken betreffen, voorzover deze niet zichtbaar zijn vanaf de openbare weg en voorzover het onbebouwde terrein bij het pand niet voor meer dan 50% wordt bebouwd en de hoogte niet meer dan een bouw- laag bedraagt. Functieverandering in bestaande panden, mits geen wijzigingen worden aangebracht in de bijbehorende, aansluitend openbare ruimte en geen wij- ziging in het gevelbeeld optreedt. Alle bouw- en aanlegplannen die in overeenstemming zijn met een ontwerp- bestemmingsplan, dat blijkens de resultaten van het overleg ex artikel 10 Bro, de instemming heeft van de Commissie van Overleg, inclusiefde Rijksdienst voor de Monumentenzorg en de VROM-inspectie. Indien voor bovengenoemde categorie (bouw)plannen (tevens) artikel 51, lid 3 Woningwet en of artikel 46, lid 10 Wet op de Ruimtelijke Ordening van toepassing is, mogen (uitsiuitend voor deze categorie) de hiervoor noodza- kelijke verklaringen van geen bezwaar van Gedeputeerde Staten eveneens geacht worden op voorhand te zijn verleend. 3. Voorwaarden voor de toepassing van de aangewezen vrijstellingen: Van de aangewezen vrijstellingen mag alleen gebruik worden gemaakt indien: a. het project in overeenstemming is met de voorwaarden en eisen die per aange wezen vrijstellingscategorie in de voorafgaande lijst zijn gesteld; b. het project in overeenstemming is met het geidende ruimtelijk (relevante) omge- vingsbeleid en bijbehorende (al dan niet ge'fmplementeerde) Europese regelge- ving en wet- en regelgeving van Rijk en provincie, onder meer blijkend uit de gei dende provinciale plannen voor ruimte, water en milieu (zoals het streekplan); c. het project in overeenstemming is met relevante wetgeving, alsmede daarmee samenhangende onderzoeks- en motiveringsverplichtingen op het gebied van de ruimtelijke ordening en de omgevingsaspecten zoals geluidhinder, ecologie, bo- dem en archeologie, water(toets), luchtkwaliteit en externe veiligheid; d. het project niet is gelegen binnen of geen gevolgen heeft voor de (bruto) ecologi- sche hoofdstructuur, de ecologische verbindingszones, archeologisch waardevol- le gebieden, overige natuurgebieden en milieubeschermingsgebieden binnen de provincie, alsmede binnen de ruimtelijk te reserveren c.q. gereserveerde zones t.b.v. vaarwegen, dijkverzwaring en (rijks)wegen; e. het project geen onevenredige hinder en of beperkingen toebrengt aan omrin- gende functies en bestemmingen; f. het project geen betrekking heeft op een wettelijk beschermd monument en niet is gelegen binnen of direct grenst aan een (in voorbereiding zijnd) beschermd stads- of dorpsgezicht, dit met uitzondering van de beperkte vrijstellingscategorie binnen beschermde stads- en dorpsgezichten, aangegeven in onderdeel B.2. onder p; g. het project naar aard en schaal en in milieukundig opzicht past in de ruimtelijke en stedenbouwkundige omgeving en aldus voldoet aan het criterium van een goede ruimtelijke kwaliteit; h. het project geen onderdeel betreft van een gecumuleerde toepassing van de aangewezen vrijstellingscategorieen in dit besluit; wel is met inachtneming van de gestelde voorwaarden voor een project combinatie van de verschillende aange wezen vrijstellingscategorieen mogelijk; i. het project bij toepassing van de lijst met door GS aangewezen categorieen van vrijstellingen steeds voorzien moet zijn van een passende ruimtelijke onderbou- wing, waarin in elk geval aandacht wordt besteed aan de specifieke eisen en voorwaarden in de voorafgaande vrijstellingenlijst, alsmede aan deze algemene voorwaarden. 10

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 2011 | | pagina 85