een van de schades een inspectiebeoordeling L2 of groter is gegeven (lichte schade op meer
dan 30% van het oppervlak van het wegvakonderdeel). Voor alle aldus geselecteerde wegvak-
onderdelen is een maatregelgroep vastgesteld. Voor asfaltverhardingen wordt de maatregel-
groep bepaald overeenkomstig de maatregelkeuze van de standaardsystematiek. Voor elemen-
tenverhardingen is de voorgeschreven maatregelgroep "gedeeltelijk groot onderhoud 50%".
De kosten voor deze maatregelen zijn opgeteld en gelijkmatig over de planperiode 2014 2016
verdeeld.
Uit de afgevlakte basisplanning volgt dat de komende 5 jaar 3.305.000 (gemiddeld 661.000
per jaar) benodigd is voor het wegonderhoud. Alle wegvakonderdelen waarbij de richtlijn is be-
reikt dan wel is overschreden, komen op korte termijn voor onderhoud in aanmerking. Deze on-
derdelen worden gepland in planjaar 1 (2012) en planjaar 2 (2013). De kosten hiervoor bedra-
gen 1.031.000. Hiervan is 761.000 achterstallig onderhoud. Achterstallig onderhoud is ge-
definieerd als onderhoud op wegvakonderdelen waarbij de richtlijn al is overschreden, met an-
dere woorden waarbij het onderhoud al eerder uitgevoerd had moeten worden. Dit zijn onderde-
len die vallen in de categorie met de kwaliteitsbeoordeling 'zeer slecht'.
Wanneer de gemeente Leeuwarderadeel het benodigde onderhoudsbudget niet beschikbaar
heeft zal de onderhoudsachterstand groter worden. Bij asfaltverhardingen treedt er dan kapi-
taalvernietiging op. Kapitaalvernietiging is het verschil in kosten van uitgesteld en de kosten
tussen de oorspronkelijk maatregel en de zwaardere maatregel die als gevolg van uitstel is ont-
staan. Kapitaalvernietiging vindt alleen plaats bij asfaltverhardingen. Verder loopt de gemeente
Leeuwarderadeel bij uitstel van onderhoud een verhoogd risico ten aanzien van ongevallen en
de daarbij samenhangende aansprakelijkheidsclaims.
6.2.2 Langetermijnbudget
Naast het technisch noodzakelijke budget voor de periode 2012 - 2016, de zogenoemde korte
en middellange termijn, is ook een budget voor de lange termijn berekend. Deze lange termijn
betreft de periode na 2016. Dit bedrag wordt het cyclusbudget genoemd en is gebaseerd op
standaardcycli van onderhoudsmaatregelen. Het cyclusbudget is niet bepaald op basis van de
huidige technische kwaliteit maar op basis van cycluskosten en het areaal. In bijlage 1 is nader
ingegaan op het cyclusbudget en het bepalen hiervan.
In de CROW-systematiek wordt ervan uitgegaan dat de levenscyclus van een weg wordt afge-
sloten met een rehabilitatie. Rehabilitatie is het vervangen van de volledige wegconstructie, in-
clusief verbetering van de fundering, waarbij het dwarsprofiel en trace van de weg gelijk blijft. In
de praktijk wordt echter vaak groot onderhoud in de vorm van een overlaging of volledig her-
straten toegepast. Hierbij wordt de fundering niet vervangen of verbeterd. Op lange termijn zal
moeten worden uitgegaan van een jaarlijks onderhoudsbudget, hierbij zal op eindelevensduur
een rehabilitatie plaatsvinden, van ongeveer€ 737.000 uitgaande van het areaal dat nu in het
bestand is opgenomen. Wanneer op het einde van de levensduur een constructieve maatregel
wordt toegepast in plaats van een rehabilitatie dan is er jaarlijks ca. 495.000 benodigd.
6.2.3
Bermverharding
Grontmij
Financier analyse
Jaar
Versnelde toename*
Totaal
Asfalt
Elementen
Asfalt
Elementen
2012
546.000
€215.000
€0
€0
€761.000
2013
€215.000
55.000
€0
€0
270.000
2014
99.000
14.000
288.000
359.000
760.000
2015
58.000
46.000
288.000
359.000
€751.000
2016
€116.000
€0
288.000
359.000
763.000
Totaal 2012-2016
1.034.000
€330.000
€864.000
1.077.000
€3.305.000
Gemiddeld per jaar
€207.000
€66.000
€173.000
€215.000
€661.000
De oorzaak van de versnelde toename is toegelicht in bovenstaande alinea's.
NNHI 20111001, revisie D1
Pagina 13 van 14