op een gemeentelijke subsidieregeling kan worden overgegaan, dient daarvoor toestemming
te zijn verkregen van de ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Het college heeft hier de bevoegdheid gekregen die goedkeuring te vragen. De bepaling strekt
ertoe inzichtelijk te maken voor zowel bestuur als aanvrager van een subsidie in welke
gevallen en voor welke (onderdelen van) beleidsdoelen een toetsing aan de Wet Bibob kan
plaatsvinden.
Artikel 10. Verlening van de subsidie
Ingevolge het eerste lid geeft het college al in het besluit tot verlening van de subsidie aan op
welke wijze de verantwoording van de ontvangen subsidies dient plaats te vinden. Hiermee
wordt bereikt dat degene, aan wie de subsidie is toegekend, van meet af aan duidelijk is aan
welke voorwaarden en administratieve eisen hij dient te voldoen. In het tweede lid is geregeld
dat het college de ontvanger verplichtingen kan opleggen.
Bij veel, veelal kleinere subsidies zal het stellen van verplichtingen bij de toekenning niet
noodzakelijk zijn. In die gevallen kan het college daarvan eenvoudig afzien. In gevallen, dat
het college van oordeel is dat redelijkerwijs nadere verplichtingen dienen te worden gesteld,
zal dit veelal op de subsidieontvanger en de door hem te ondememen activiteiten toegesneden
verplichtingen zijn. Een uitputtende opsomming in de verordening van alle mogelijke aan een
subsidient op te leggen verplichtingen komt de overzichtelijkheid, noch de doelmatigheid van
de verordening ten goede. Een bij de beschikking verstrekte bijlage, waarin de verplichtingen
zijn opgenomen, is overzichtelijk en klantvriendelijk. In artikel 4:37 Awb staan de
standaardverplichtingen vermeld welke het college bij de beschikking tot subsidieverlening
aan de subsidieontvanger kan opleggen. Er kan maatwerk worden gevonden door een
differentiatie te maken tussen verplichtingen, die worden gesteld aan eenmalige subsidies, en
jaarlijkse (boekjaar)subsidies. Voor een selectie uit de verplichtingen, die te stellen zijn bij het
verlenen van de jaarlijkse subsidies; zie ook titel 4.2.8 Awb. Denk hier ook aan deregulering
en zie artikel 12, waarin een zo licht mogelijk regime is voorgesteld van tussentijdse
rapportages.
Bij de in het tweede lid van artikel 10 te stellen verplichtingen kan worden gedacht aan
bijvoorbeeld het verzekeren van de zaken, die voor de uitvoering van de gesubsidieerde
activiteit noodzakelijk zijn, de arbeidsvoorwaarden voor het personeel van de
subsidieontvanger, reservevorming, het bestuur, het aanstellen van toezichthouders, de
inrichting van de administratie en de benodigde toestemming van het college voor het
aangaan van rechtshandelingen als bedoeld in artikel 4:71 Awb.
Het is van belang voor de verantwoording, dat op een heldere manier wordt aangegeven wat
met de verlening van de subsidie wordt verlangd. Oftewel: welke indicatoren leiden tot
beantwoording van de vraag of de prestatie is geleverd. Als de prestatieverlening te
gedetailleerd is geformuleerd, kunnen er onbedoeld problemen ontstaan bij de
verantwoording, bijvoorbeeld als er subsidie wordt gegeven voor een natuurlijke
erfafscheiding. De subsidieontvanger heeft in zijn plan aangegeven daartoe 50 bomen te
willen planten. De erfafscheiding is gerealiseerd; alleen zijn er twee bomen overleden.
Afhankelijk van de formulering van de prestatie kan er discussie ontstaan of dit gevolgen
heeft voor de subsidievaststelling.