c. een forfaitair vastgesteld uurtarief.
Voor de toepassing van de berekeningswijze op basis van kosten per kostendrager wordt het
daarin van toepassing zijnde opslagpercentage voor de indirecte kosten door het college
voorgeschreven. Voor de toepassing van een forfaitair vastgesteld uurtarief wordt het van
toepassing zijnde uurtarief per kostendrager door het college voorgeschreven.
Forfaitaire elementen zijn een hulpmiddel om de bepaling van de subsidiabele kosten, en
daarmee van het subsidiebedrag, te vereenvoudigen en te uniformeren. Voorbeelden van
forfaitaire elementen zijn: het aantal werkbare uren op jaarbasis, het uurtarief voor kosten van
eigen arbeid (niet zijnde loonkosten) en het uurtarief voor categorieen van loonkosten,
bijvoorbeeld op basis van de Handleiding Overheidstarieven. Zo wordt voor de berekening
van uurtarieven uitgegaan van een forfaitair vastgestelde standaard van 1.600 werkbare uren
op jaarbasis.
Bij het bepalen van kostenbegrippen bij de berekening van uurtarieven kan het college
aansluiten bij de volgende definities, zoals die in het Rijksbrede subsidiekader worden
gehanteerd:
- Subsidiabele kosten: de kosten die bij het verlenen en vaststellen van de subsidie in
aanmerking worden genomen, respectievelijk de feitelijke hoogte van die kosten.
- Kostendrager: kostenplaats of volume-eenheid voor kostenberekening, bijvoorbeeld
personeels-/arbeidsuren, apparaat-/machine-uren en overige kostendragers als output van
apparaten en machines en verbruikte materialen.
- Afschrijvingskosten: kosten die de economische waardevermindering weergeven van een
investering tegen historische kostprijs gedurende de economische levensduur (periode
waama de investering economisch verouderd is), de eventuele restwaarde na de
economische levensduur behoren niet tot de subsidiabele kosten.
- Loonkosten: de optelsom van de bruto loonkosten, niet winstafhankelijke emolumenten,
dan wel extra verdiensten naast het loon, werkgeverslasten, kosten van secundaire
arbeidsvoorwaarden en, indien van toepassing, een evenredig deel van de begrote kosten
voor een eventuele wachtgelduitkering na ontslag, voor personeel dat werkzaamheden
verricht ten behoeve van subsidiabele activiteiten.
- Urenbasis: het aantal werkbare uren per fte per jaar.
- Directe kosten: kosten van een kostendrager en kosten derden, die rechtstreeks aan de
subsidiabele activiteit worden toegerekend.
- Indirecte kosten of overhead: kosten die niet rechtstreeks aan een subsidiabele activiteit
worden toegerekend, maar via toerekening van een kostendrager.
- Kosten derden: op factuur aantoonbare aan derden verschuldigde kosten die direct voor de
subsidiabele activiteit worden gemaakt, bijvoorbeeld door uitbesteding van een deel van
de subsidiabele activiteit en kosten van voor de subsidiabele activiteit geleverde goederen
en diensten.
Artikel 20. Hardheidsclausule
In de hardheidsclausule is zo concreet en nauwkeurig mogelijk (dus door het benoemen van
de specifieke artikelen) aangegeven op welke onderdelen van de regeling deze clausule van
toepassing is. De te treffen voorziening, die niet in de verordening is voorzien, dient altijd
binnen de doelstellingen van de subsidie te passen. De toepassing van de hardheidsclausule
dient beperkt te blijven tot individuele gevallen. Zodra de toepassing van een
hardheidsclausule voor bepaalde gevallen voldoende is uitgekristalliseerd en daardoor en
bestendig karakter heeft gekregen, dient dit beleid in de Algemene subsidieverordening of
deelverordening te worden neergelegd.