Schaal en maatverhoudingen
Van een bouwwerk dat voldoet aan redelijke eisen van welstand mag worden verwacht dat het
een samenhangend stelsel van maatverhoudingen heeft dat beheerst wordt toegepast in ruimtes,
volumes en vlakverdelingen. Ieder bouwwerk heeft een schaal die voortkomt uit de grootte of
de betekenis van de betreffende bouwopgave. Grote bouwwerken kunnen uiteraard binnen hun
eigen grenzen geleed zijn maar worden onherkenbaar en ongeloofwaardig als ze er uitzien alsof
ze bestaan uit een verzameling losstaande kleine bouwwerken. De maatverhoudingen van een
bouwwerk zijn van groot belang voor de belevingswaarde ervan, maar vormen tegelijk een van
de meest ongrijpbare aspecten bij het beoordelen van ontwerpen. De waamemer ervaart bewust
of onbewust de maatverhoudingen van een bouwwerk, maar waarom de maatverhoudingen van
een bepaalde ruimte aangenamer, evenwichtiger of spannender zijn dan die van een andere, valt
nauwelijks vast te stellen. Duidelijk is dat de kracht van een compositie groter is naarmate de
maatverhoudingen een sterkere samenhang en hierarchie vertonen. Mits bewust toegepast
kunnen ook spanning en contrast daarin hun werking hebben. De afmetingen en verhoudingen
van gevelelementen vormen tezamen de compositie van het gevelvlak. Hellende daken vormen
een belangrijk element in de totale compositie. Als toegevoegde elementen (zoals een
dakkapel, een aanbouw of een zonnecollector) te dominant zijn ten opzichte van de hoofdmassa
en/of de vlakverdeling, verstoren zij het beeld niet alleen van het object zelf maar ook van
de omgeving waarin dat is geplaatst.
Materiaal, textuur, kleur en licht
Van een bouwwerk dat voldoet aan redelijke eisen van welstand mag worden verwacht dat
materiaal, textuur, kleur en licht het karakter van het bouwwerk zelf ondersteunen en de
ruimtelijke samenhang met de omgeving of de te verwachten ontwikkeling daarvan duidelijk
maken. Door middel van materialen, kleuren en lichttoetreding krijgt een bouwwerk
uiteindelijk zijn visuele en tactiele kracht: het wordt zichtbaar en voelbaar. De keuze van
materialen en kleuren is tegenwoordig niet meer beperkt tot wat lokaal aan materiaal en
ambachtelijke kennis voorhanden is. Die keuzevrijheid maakt de keuze moeilijker en het risico
van een onsamenhangend beeld groot. Als materialen en kleuren teveel los staan van het
ontwerp en daarin geen ondersteunende functie hebben maar slechts worden gekozen op grond
van de decoratieve werking, wordt de betekenis ervan toevallig en kan het afbreuk doen
aan de zeggingskracht van het bouwwerk. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer het gebruik
van materialen en kleuren geen ondersteuning geeft aan de architectonische vormgeving of
wanneer het gebruik van materialen en kleuren een juiste interpretatie van de aard en de
ontstaansperiode van het bouwwerk in de weg staat.
48