DAKKAPEL OP ZIJ- EN AOPi rERDAKVLAK. (niet grenzend aan
weg/openbaargroen)
Algemeen:
De dakkapel is een ondergeschikte toevoeging.
Plaatsing:
Bij meerdere dakkapellen op hetzelfde bouwblok dienen deze in een regelmatige
rangschikking geplaatst op dezelfde horizontale hoogte, dus niet boven elkaax
gerangschikt.
Minimaal 0,5m dakvlak boven, onder en ter weerszijden van de dakkapel(rondom
gemeten altijd minimaal 0,5m dakvlak)
Aantallen afgestemd op mogelijkheden van dakvlak, ten alle tijden ondergeschikte
elementen. Onderlinge afstand minimaal lm.
Maatvoering:
Hoogte maximaal 50% van de in het verticale vlak geprojecteerde hoogte van het
dakvlak met een maximum van 1,8m gemeten vanaf de voet van de dakkapel tot de
bovenzijde van het boeibord.
Vormgeving:
Plat afgedekt.
Bij dakhelling groter dan 45° eventueel aangekapte dakkapel met een minimale
dakhelling van 25°.
Indeling en profielen van de kozijnen verwant aan die van het hoofdgebouw.
Geen overmaat aan detaillering, dus bescheiden overstek, boeiboord en omamenten,
wel afgestemd op het hoofdgebouw.
Materiaal en kleurgebruik:
Gangbare bouwmaterialen.
Kleurgebruik niet opzichtig, bij voorkeur met gedekte tinten, afgestemd op het
hoofdgebouw.
Beperkte toepassing van dichte panelen, alleen in ondergeschikte mate tussen de
glasvlakken.