HOOFDSTUK 7. VERANTWOORDING EN VASTSTELLING VAN DE SUBSIDIE
Artikel 15. Verantwoording subsidies tot 5.000 euro
1Subsidies tot 5.000 euro worden door het college:
a. direct vastgesteld of;
b. ambtshalve vastgesteld binnen 13 weken, nadat de activiteiten uiterlijk moeten zijn
verricht.
2. Bij een ambtshalve vaststelling als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, kan het college
de aanvrager verplichten om op de door haar aangegeven wijze aan te tonen dat de
activiteiten, waarvoor de subsidie wordt verstrekt, zijn verricht en dat is voldaan aan de
aan de subsidie verbonden verplichtingen.
Artikel 16. Verantwoordiug subsidies vanaf 5.000 tot 50.000 euro
1Indien de subsidieverlening meer bedraagt dan 5.000 euro, maar minder dan 50.000 euro,
dient de subsidieontvanger uiterlijk 13 weken na het verricht zijn van de activiteiten een
aanvraag tot vaststelling in bij het college.
2. De aanvraag tot vaststelling bevat een inhoudelijk verslag, waaruit blijkt dat de
activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht.
3. Het college kan bepalen dat ook andere, of minder dan, de in dit artikel bedoelde gegevens
en bescheiden die voor de vaststelling van belang zijn, worden overgelegd.
Artikel 17. Verantwoording subsidies vanaf 50.000 euro
1Indien de subsidieverlening meer bedraagt dan 50.000 euro, dient de subsidieontvanger
een aanvraag tot vaststelling in bij het college:
a. bij een eenmalige subsidie, uiterlijk 13 weken na het verricht zijn van de activiteiten;
b. bij een jaarlijks verstrekte subsidie, uiterlijk voor 1 mei in het jaar na afloop van het
kalenderjaar, respectievelijk 4 maanden na het subsidietijdvak, waarvoor de subsidie is
verleend.
2. De aanvraag tot vaststelling bevat:
a. een inhoudelijk verslag, waaruit blijkt dat de activiteiten waarvoor de subsidie is
verleend, zijn verricht;
b. een overzicht van de activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten
(financieel verslag of jaarrekening);
c. een balans van het afgelopen subsidietijdvak met een toelichting daarop;
d. een accountantsverklaring.
3. Het college kan bepalen dat ook andere, of minder dan, de in dit artikel bedoelde gegevens
en bescheiden die voor de vaststelling van belang zijn, worden overlegd.
Artikel 18. Vaststelling subsidie
1Het college stelt binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag tot subsidievaststelling de
subsidie vast.
2. Indien uit de aard van de subsidie, dan wel de verantwoording daarvan, volgt dat voor de
beslissing op de vaststelling van de subsidie een langere termijn nodig is dan de in het
eerste lid genoemde termijn, dan bericht het college de subsidieontvanger daarvan zo
spoedig mogelijk na ontvangst van de aanvraag tot subsidievaststelling.
3. Het college kan categorieen van subsidies of subsidieontvangers aanwijzen, waarvoor de
subsidie direct wordt vastgesteld zonder dat de subsidieontvanger een aanvraag voor
subsidievaststelling hoeft in te dienen.