GEMEENTE
LEEUWARDERADEEL
9
Stiens, 28 februari 2012
Raadsvergadering: 15 maart 2012
Voorstelnummer: 2012/13
Behandelend ambtenaar:
E-mail:
Telefoonnr.
R. Rozendal
r.rozendal@leeuwarderadeel .nl
058-257 66 57
Onderwerp:
Financiele Verordening gemeente Leeuwarderadeel
Te nemen besluit:
De Financiele Verordening gemeente Leeuwarderadeel vast te stellen.
Korte inhoud:
De Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede voor het financieel
beheer en voor de inrichting van de financiele organisatie van de gemeente Leeuwarderadeel,
verder genoemd Financiele Verordening gemeente Leeuwarderadeel, dient op grond van
artikel 212 van de Gemeentewet te worden opgesteld. De reden van de huidige actualisatie
van deze verordening is gelegen in het feit dat enkele praktische aanpassingen noodzakelijk
zijn door wijzigingen in de omstandigheden, organisatie en wetgeving.
Inleiding:
De Financiele Verordening gemeente Leeuwarderadeel is aangepast om beter aan te sluiten op
de huidige praktijk. Hierbij is van belang dat gekozen wordt voor het instrumentarium die bij
de aard en omvang van de gemeente Leeuwarderadeel past. Hiemaast zijn enkele
aanpassingen verricht doordat het activerings- en afschrijvingsbeleid en het
financieringsbeleid wordt aangepast.
Om de behandeling in de raad te vergemakkelijken voegen wij een memo bij, welke de
wijzigingen in de verordening behandelt. Deze ligt bij de ter inzage gelegde stukken.
Verder verwijzen wij u naar de inhoud van de bijgevoegde stukken.
Argumenten:
n.v.t.
Kanttekeningen:
In de Financiele Commissie d.d. 23 februari 2012 is de Financiele Verordening gemeente
Leeuwarderadeel informerend besproken. In deze vergadering is de frequentie van de
Tussentijdse rapportage besproken. De huidige frequentie is dat de Tussentijdse rapportage na
3 en 9 maanden van het lopende jaar worden opgesteld. Wij stellen u voor deze met te
wijzigen in een frequentie van 4 en 8 maanden om de volgende redenen:
De Vooijaarsrapportage handelt over de eerste drie maanden van het lopende jaar.
Echter ook de structurele beleidswijzigingen na het vaststellen van de vorige
Programmabegroting (oktober van het vorige begrotingsjaar) worden ook
meegenomen. Hierdoor wint de Vooijaarsrapportage aan importantie.