sector Middelen wordt ingewonnen over de financiele positie en de kredietwaardigheid
van de betreffende partij.
2. De gemeente kan middelen uitzetten uit hoofde van de treasuryfunctie indien deze
uitzettingen een prudent karakter hebben en niet zijn gericht op het genereren van
inkomen door het lopen van overmatig risico. Het prudente karakter van deze uitzettingen
wordt gewaarborgd middels de richtlijnen en limieten van dit treasurystatuut.
3. Het gebruik van derivaten is niet toegestaan.
Artikel 4 Renterisicobeheer
1De kasgeldlimiet wordt niet overschreden conform de Wet fido.
2. De renterisiconorm wordt niet overschreden conform de Wet fido.
3. Nieuwe leningen/uitzettingen worden afgestemd op de bestaande financiele positie en de
liquiditeitenplanning.
4. De rentetypische looptijd en het renteniveau van de betreffende lening/uitzetting wordt
zoveel mogelijk afgestemd op de actuele rentestand en de rentevisie.
5. De rentevisie van de gemeente wordt jaarlijks opgesteld op basis van de rentevisie van
minimaal 2 vooraanstaande financiele instellingen.
6. Binnen de kaders gesteld onder lid 3 en lid 4, streeft de gemeente naar spreiding in de
rentetypische looptijden van leningen/uitzettingen.
Artikel 5. Koersrisicobeheer
1. De gemeente beperkt de koersrisico's op uitzettingen uit hoofde van treasury, door
daarbij uitsluitend de volgende producten te hanteren: rekening-courant, spaarrekening,
daggeld, deposito's en obligaties.
2. Tevens beperkt de gemeente de koersrisico's door overeenkomstig artikel 7 de looptijd
van de uitzettingen af te stemmen op de liquiditeitenplanning.
Artikel 6. Kredietrisicobeheer
1. Bij het uitzetten van middelen uit hoofde van treasury gelden de volgende
uitgangspunten.
Uitzettingen vinden uitsluitend plaats bij:
a. Financiele ondernemingen waarvan het land van vestiging tot de Europese
Economische Ruimte behoort (EU Noorwegen, IJsland en Liechtenstein) en het
desbetreffende land over minimaal een AA-rating beschikt, afgegeven door ten
minste twee van de drie erkende ratingbureaus: Moody's, Standard Poors of Fitch
IBCA;
b. Financiele ondernemingen met een AA-rating, afgegeven door tenminste twee van de
drie erkende ratingbureaus, voor uitzettingen langer dan 3 maanden;
c. Financiele ondernemingen met een AA-rating, afgegeven door tenminste twee van de
drie erkende ratingbureaus, voor uitzettingen tot en met 3 maanden;
d. Nederlandse overheden en andere publiekrechtelijke lichamen met een
solvabiliteitsratio van 0%;
2. Bij het verstrekken van leningen uit hoofde van de publieke taak worden zoveel mogelijk
zekerheden of garanties geeist.
3. De financiele onderneming dient zelf bij een transactie aan te tonen dat zij of haar
waardepapier over de juiste rating beschikt, afgegeven door tenminste twee
geregistreerde ratingbureau's.