Artikel 7. Intern liquiditeitsrisicobeheer
De gemeente beperkt haar interne liquiditeitsrisico's door haar treasuryactiviteiten te baseren
op een korte termijn liquiditeitenplanning (looptijd tot een jaar).
Artikel 8. Valutarisicobeheer
Valutarisico's worden in de gemeente uitgesloten door uitsluitend leningen te verstrekken,
aan te gaan of te garanderen in de Euro.
HOOFDSTUK IV - GEMEENTEFINANCIERING
Artikel 9. Financiering
Bij het aantrekken van financieringen voor een periode van een jaar en langer gelden de
volgende uitgangspunten:
1. Financieringen worden enkel aangetrokken ten behoeve van de uitoefening van de
publieke taak;
2. Financiering met externe financieringsmiddelen wordt zoveel mogelijk beperkt door
primair de beschikbare interne financieringsmiddelen (reserves en voorzieningen) te
gebruiken, teneinde het renteresultaat te optimaliseren;
3. Het enig toegestane instrument bij het aantrekken van financieringen is de onderhandse
lening;
4. De gemeente vraagt offertes op bij minimaal 2 ondernemingen alvorens een financiering
wordt aangetrokken. Deze offertes worden schriftelijk vastgelegd.
Artikel 10. Langlopende uitzettingen
Bij het uitzetten van middelen uit hoofde van de treasuryfunctie voor een periode van een
jaar en langer gelden de volgende uitgangspunten:
1. Uitzettingen worden uitsluitend gedaan onder de in artikel 4, 5 en 6 genoemde
voorwaarden;
2. De gemeente vraagt offertes op bij minimaal twee ondernemingen alvorens een
langlopende uitzetting wordt gedaan. Deze offertes worden schriftelijk vastgelegd.
Artikel 11. Relatiebeheer
De gemeente beoogt het realiseren van gunstige c.q. marktconforme condities voor af te
nemen financiele diensten. Hiervoor gelden de volgende uitgangspunten:
1Bankrelaties en hun bancaire condities worden tenminste periodiek beoordeeld;
2. Bankrelaties dienen wat betreft hun kredietwaardigheid, minimaal te voldoen aan de
eisen die zijn gesteld in artikel 6;
3. Financiele ondernemingen (kredietinstellingen, beleggingsinstellingen,
effecteninstellingen, verzekeraars en pensioenfondsen) dienen onder Nederlands of
anderszins EER-toezicht te vallen, zoals De Nederlandse Bank en de
Verzekeringskamer;
4. Tussenpersonen dienen geregistreerd te staan bij de Autoriteit Financiele Markten (AFM)
en daarvan een vergunning als makelaar te hebben ontvangen.
4