2. Activeren 2.1 Definities Jaarlijks worden door gemeenten grote bedragen geinvesteerd in kapitaalgoederen. Kapitaalgoederen zijn goederen die meerdere jaren nut geven, bijvoorbeeld wegen, gebouwen en riolen. Onder een investering wordt verstaan het vastleggen van vermogen in een object waarvan het nut zich over meerdere jaren uitstrekt. Onder activeren wordt verstaan het op de balans presenteren van de financiele waarde van het aangeschafte of vervaardigde kapitaalgoed vanaf het moment dat de gemeente het economische risico loopt en dat een meerjarig nut heeft. 2.2. Soorten investeringen Investeringen worden verantwoord op de balans onder de post vaste activa. Onder de vaste activa worden conform het BBV de volgende vaste activa onderscheiden: - immateriele vaste activa; - materiele vaste activa; - financiele vaste activa. 2.2.1 Immateriele vaste activa Immateriele vaste activa zijn kapitaaluitgaven waar geen bezitting tegenover staat. In het BBV wordt onderscheid gemaakt in: - kosten verbonden aan het sluiten van geldleningen en het saldo van agio en disagio; - kosten van onderzoek en ontwikkeling voor een bepaald actief. Kosten verbonden aan het sluiten van geldleningen en het saldo van agio en disagio Disagio is het verschil tussen het bedrag waarvoor een lening wordt aangegaan en het lagere bedrag dat aan de geldnemer wordt uitgekeerd. In dergelijke gevallen moet een lening voor het totaalbedrag van de aangegane schuld in de balans worden opgenomen en kan het verschil tussen dat schuldbedrag en het uitgekeerde bedrag, het disagio, naar keuze al dan niet worden geactiveerd. De afschrijvingstermijn is dan maximaal gelijk aan de looptijd van de lening. Kosten van onderzoek en ontwikkeling voor een bepaald actief De kosten van onderzoek en ontwikkeling kunnen worden geactiveerd indien (art. 60 BBV): het voornemen bestaat het actief te gebruiken of te verkopen; - de technische uitvoerbaarheid om het actief te voltooien vaststaat; - het actief in de toekomst economisch of maatschappelijk nut zal genereren en; - de uitgaven die aan het actief zijn toe te rekenen betrouwbaar kunnen worden vastgesteld. Indien hieraan wordt voldaan mag de afschrijvingstermijn maximaal vijf jaar bedragen. 2.2.2 Materiele vaste activa Het BBV onderscheidt twee soorten materiele vaste activa (art. 35 BBV): investeringen met een economisch nut; investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 2012 | | pagina 43