Investeringen met een economisch nut Investeringen hebben economisch nut indien ze verhandelbaar zijn (er een markt voor is) en/of indien ze kunnen bijdragen aan het genereren van middelen, bijvoorbeeld door het vragen van rechten, heffingen, leges of prijzen. Uitzondering hierop vormen kunstvoorwerpen met een cultuurhistorische waarde. Deze worden niet geactiveerd. Voorbeelden van investeringen met economisch nut zijn gebouwen, holering, vervoersmiddelen, inventaris, machines en installaties. Investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut Investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut genereren geen middelen, maar vervullen wel duidelijk een publieke taak. Het betreft investeringen in bijvoorbeeld wegen, water en groenvoorziening. De hiervoor vermelde twee soorten investeringen kunnen worden onderverdeeld naar de volgende drie categorieen: nieuwe- of uitbreidingsinvesteringen; vervangingsinvesteringen; levensduurverlengende investeringen. Nieuwe- of uitbreidingsinvesteringen Dit zijn investeringen ten behoeve van de ontwikkeling van nieuwe activiteiten of uitbreiding van de huidige activiteiten. Bijvoorbeeld: een nieuw schoolgebouw, de reconstructie van een weg, etc. Vervangingsinvesteringen Dit zijn investeringen ten behoeve van de vervanging van een oud (bestaand) actief als gevolg van economische veroudering of slijtage. Bijvoorbeeld: het vervangen van een vrachtwagen, het vervangen van computers, het vervangen van een lift, etc. Levensduurverlengende investeringen Dit zijn investeringen die worden gepleegd ten behoeve van een bestaand actief en expliciet leiden tot een substantiele levensduurverlening van het betreffend actief. Bijvoorbeeld: het renoveren van een gebouw, het impregneren van een kademuur, etc. Het gaat hier dus niet om (groot) onderhoud. Onderhoud is niet levensduurverlengend, maar dient om het actief gedurende zijn levensduur in goede staat te houden. 2.2.3 Financiele vaste activa Bij financiele vaste activa gaat het om activa die een financiele waarde of bezit vertegenwoordigen. Het BBV geeft daarbij de volgende onderverdeling aan (art. 36 BBV) - kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen, gemeenschappelijke regelingen en overige verbonden partijen; leningen aan woningbouwcorporaties, deelnemingen en overige verbonden partijen; - overige langlopende leningen; overige uitzettingen met een rentetypische looptijd van een jaar of langer; bijdragen aan activa in eigendom van derden.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 2012 | | pagina 44