Genoemde uitzonderingen zijn optioneel, waardoor een tweetal benaderingswijzen ontstaan,
te weten de bruto-benadering en de netto-benadering.
Bruto-benadering
De bruto-benadering houdt in dat de investering voor het investeringsbedrag wordt
geactiveerd. Een eventuele bijdrage van derden (bijvoorbeeld een subsidie van het Rijk of
een eenmalige bijdrage) wordt daartegenover als bestemmingsreserve opgenomen.
Netto-benadering
De netto-benadering houdt in dat een eventuele bijdrage van derden of een
bestemmingsreserve (voor zover betrekking hebbend op een investering in openbare
ruimte met een maatschappelijk nut) in mindering worden gebracht op de investering.
Bij investeringen met economisch nu moet de bruto-benadering worden gehanteerd, slechts
bijdragen van derden die in directe relatie staan met een actief mogen daarop in mindering
worden gebracht. Bij investeringen met maatschappelijk nut mag de netto-methode worden
gehanteerd.
3.5 Afwaarderen activa
Het eerste en tweede lid van artikel 65 BBV hebben betrekking op waardeverminderingen
die naar verwachting duurzaam zijn. Het is niet voorzienbaar dat de waardevermindering zal
ophouden te bestaan. Gedacht kan worden aan nieuwe inzichten in de technische en/of de
economische levensduur van activa of de aantasting van het vermogen van deelnemingen.
In het derde lid BBV (artikel 65) wordt voorgeschreven dat van een actief dat buiten gebruik
wordt gesteld, waarvan de restwaarde lager is dan de boekwaarde, wordt afgeschreven tot
de restwaarde. Bij een volledige buitengebruiksteliing dient het actief uiteraard te worden
afgewaardeerd tot hetzij nul, hetzij tot de restwaarde, indien die redelijkerwijs verwacht kan
worden. Wanneer een actief gedeeltelijk buiten gebruik wordt gesteld, dient het actief
proportioneel te worden afgewaardeerd. Duurzame waardevermindering van vaste activa
word onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar in aanmerking genomen.
3.6 Ondergrens
Uit oogpunt van efficiency is het raadzaam om een ondergrens voor het activeren van vaste
activa te hebben Deze ondergrens geldt tevens voor die vaste activa waarbij de gemeente
vrij is om te kiezen tussen wel of niet activeren. Investeringen met een waarde beneden de
vast te stellen ondergrens worden niet geactiveerd. Zij worden in het jaar van investering
geheel ten laste van de exploitatie gebracht. Tot nu toe wordt een ondergrens varierend van
2.269,- tot 4.538,- gehanteerd, afhankelijk van het soort actief. Voorgesteld wordt dit
bedrag te verhogen tot 10.000,--. Investeringen met een lagere waarde worden in het jaar
van aanschaf ten laste van de exploitatie gebracht.